Steeds minder Vlaamse kmo’s zoeken Europese steun
Hoewel steeds minder Vlaamse kmo’s deelnemen aan het Europees kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, neemt de steun per bedrijf wel toe. Dat becijferde het Vlaams departement voor Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) op basis van de Vlaamse deelname aan het zesde kaderprogramma.
Via het Europees kaderprogramma kunnen bedrijven uit Europa een aanzienlijke financiële steun genieten voor hun onderzoeksactiviteiten. Toch lijken steeds minder Vlaamse kmo’s de weg te vinden naar Europa. Rudy Aernoudt, Secretaris-generaal van EWI, wijt dit onder meer aan de inspanningen die het IWT levert. ‘Waarom zou je als KMO inspanningen leveren om Europees te gaan als je op Vlaams niveau voldoende gesteund wordt voor innovatie?’ valt te lezen in het persbericht.
Anderzijds speelt ongetwijfeld ook de relatieve onbekendheid van het kaderprogramma bij nogal wat Vlaamse bedrijven mee. Zo bleek uit een peiling van De Tijd en L’Echo dat meer dan twee op drie Belgische ondernemers zich onvoldoende geïnformeerd noemt over Europese initiatieven.
Volgens het EWI ligt de verwachte financiële return voor Vlaanderen op 2,07%. Bij het vijfde kaderprogramma was dat nog 2,20%. Ook België doet het met 4,17% ietsje slechter dan bij het vijfde programma, toen ons land goed was voor 4,71%. Voor het IT-luik scoort Vlaanderen, met 3%, wel vrij hoog. In vergelijking met Wallonië en Brussel neemt Vlaanderen voorlopig ongeveer 200 miljoen euro voor haar rekening of ongeveer de helft van de Belgische deelnametoelage. Brussel haalt 25% binnen en Wallonië 23% (2% is ongekend, nvdr.).
Universiteiten en hogescholen vertegenwoordigen opnieuw 41% in het deelnamebudget, onderzoekscentra zijn goed voor 33% (bij 5KP was dat 27%), terwijl bedrijven nog amper 18% voor zich nemen (bij 5KP was dit nog 33%). De KU Leuven is opnieuw de grootste Vlaamse deelnemer (goed voor 21% van het deelnamebudget), gevolgd door Imec (18%) en de UGent (9%). Op Europees niveau nemen Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk het vaakst deel. België is een plaats gezakt en staat op een achtste plaats. Vlaanderen is veertiende. Bij een vergelijking van de grootte van de deelnametoelage, genormaliseerd naar het bruto binnenlands product, staat België op een tweede en Vlaanderen op een zesde plaats. Dit betekent dat ons land relatief hoge toelages per deelname krijgt.
De analyse door het EWI gebeurde op alle contracten uit het zesde Kaderprogramma uit de contractendatabank van de Europese Commissie op 24 januari 2006. Dit is 55% van het totale Europese budget. De conclusies uit het rapport hebben dan ook nog een voorlopig karakter.
