Viridian: tijdig en kreupel of laat en volledig?

Microsoft haalt drie belangrijke features uit de Viridian-hypervisor, de virtualisatietechnologie voor Longhorn. Die maatregel moet ervoor zorgen dat de virtualisatietechnologie de vooropgestelde releasedatum haalt: 180 dagen na het uitkomen van Longhorn Server. Mike Neil, de strategisch directeur virtualisatie bij Microsoft, verdedigt de keuze op zijn blog met: “Verkrijgbaarheid is ook een feature.”

Analisten zeggen dat Microsoft in deze zaak de keuze had tussen cholera en de pest. “Er was geen goede keuze,” zegt Frank Gillet, virtualisatie-expert bij analistenbureau Forrester, “Als ze kozen om de hypervisor onderdeel van deze release te maken, moesten ze er functies uithalen. Als ze kozen voor een volledige virtualisatie-oplossing, konden ze die pas bij een volgende release leveren, over twee jaar.”

Live migratie is de eerste feature die sneuvelt. Dat is de mogelijkheid om een virtuele server van de ene fysieke machine naar een andere te verhuizen, zonder dat de virtuele server moet stoppen. Concurrent VMware biedt deze mogelijkheid voor Windows al sinds 2003. Xen, een andere concurrent biedt de mogelijkheid nu al voor speciale versies van Linux. De volgende versie van Xen die er zit aan te komen, ondersteunt ook Windows en gewone Linux distributies.

Daarnaast is hot-pluggable hardware de tweede gesneuvelde. Hiermee worden on-the-fly geheugen, opslag, processoren en netwerkkaarten aan virtuele machines toegewezen. Zonder de virtuele server te herstarten, kan een beheerder dus de virtuele hardware voor die machine wijzigen.

De wijziging met de kleinste impact is wellicht de beperking tot machines met zestien processorkernen. De overgrote meerderheid van x86-servers blijft onder dat maximum.

Complexe markt zorgt dat Microsoft-virtualisatie toch zin heeft
Het feit dat Microsoft achterstaat op concurrenten als VMware en Xensource, het bedrijf achter Xen, betekent volgens Frank Gillet niet dat Microsoft volledig verloren is in de virtualisatiemarkt: “Microsoft zal wel een plaatsje in de virtualisatiemarkt veroveren, al was het maar omdat die markt zo complex is.”

Viridian zal het best dienen om verschillende servers te virtualiseren om ze op één fysieke machine onder te brengen, consolideren dus. En Gillet onderschrijft deze stelling: “In kleine projecten is er weinig verschil tussen de verschillende oplossingen, het is pas bij grote ontplooiingen dat er een groot verschil is. Microsofts Viridian is een hypervisor die de MS-producten ondersteunt, maar niet het idee van een infrastructuur gebaseerd op virtualisatie. Zelfs als Microsoft alle functies in Viridian had gelaten, bleef dit een probleem.”