De overheid zoekt IT'ers

Selor, het selectiebureau van de federale overheid, heeft zich vastgehaakt aan de trein van de overheidsmodernisering. Dat zie je aan zowel professionaliteit als imago van de organisatie. Dat is belangrijk voor de 150.000 kandidaten die jaarlijks in contact komen met Selor. Onder hen een fors aandeel informatici. ‘Een knelpuntberoep,’ weet Myriam Bouveroux, klantenbeheerder bij Selor, ‘Voor de totale arbeidsmarkt maar ook voor de overheidsorganisaties waarvoor wij de selecties uitvoeren.’
Selor zelf werkt met een tiental informatici. Logisch, want er komt nogal wat digitaal kunst- en vliegwerk bij de selectie van duizenden ambtenaren kijken. De cv-databank met meer dan 30.000 actieve cv’s is het hart van de organisatie, maar jaarlijks gebeuren er ook meer dan 62.000 pc-tests, onderhoudt Selor een interactieve website met gemiddeld 90.000 bezoekers per maand, heeft het een call-center en een wekelijkse mailing met vacatures. Het zijn maar enkele voorbeelden van dagelijkse besognes voor de informaticaafdeling.
INFORMATICI WERKEN AAN INNOVATIE
In de huidige moderniseringscontext is Selor druk doende met innovatie en daarbij is input van de informaticadienst onontbeerlijk. ‘Mijn Selor’, met een elektronische identiteitskaarttoepassing, is een mooi voorbeeld van zo’n innovatieproject. Daarnaast is er ook nog productontwikkeling die z i c h toespitst op het ontwikkelen en aankopen van competentiegerichte tests. Wegens de modernisering en uitbreiding van diensten wordt de ICT-afdeling van Selor ook almaar groter.
‘Informatica is een knelpuntberoep’, herhaalt Myriam Bouveroux, ‘Dat weten we en dat voelen we. Sociale Zekerheid kan er bijvoorbeeld over meespreken. Bij een algemene rekruteringsactie kreeg het onvoldoende respons van informatici. Over het algemeen betekent dit dat de overheid creatiever uit de hoek moet komen met zijn acties. Dus organiseren we beurzen als Talent@Public, in oktober 2006 al de tweede editie. Maar dat is niet voldoende. Zelfs in die beursomgeving moeten de FOD’s hard werken om de aandacht te trekken. Michaëlla Misko, ICT-manager van de FOD Sociale Zekerheid, is dan maar met een groot bord gaan rondlopen met ‘Ik zoek ICTers’.
‘De respons was nog positief ook’, glimlacht Bouveroux. ‘Eigenlijk moeten de FOD’s onder elkaar concurreren om de beste mensen aan te trekken of in ieder geval de mensen die het best bij hen passen. Selor presenteert zich immers als een forum waar de kandidaten de verschillende FOD’s kunnen ontmoeten. Het zijn de kandidaten die zelf kiezen welke FOD het beste bij hen past’, zegt Myriam Bouveroux.
Om vooral informatici attent te maken op de carrièremogelijkheden bij de federale overheid zal Selor in het najaar een mini-jobdag speciaal voor informatici organiseren, inclusief campagne. ‘De bedoeling is om via dergelijke acties de mensen wakker te maken, hen hierover te laten praten en ook een aantal vooroordelen, bijvoorbeeld omtrent verdienste, uit de wereld te helpen.’
Stefanie Billiet, medewerkster externe communicatie, over de noodzaak om zich te profileren: ‘Werkgevers moeten zichzelf verkopen. De generatie Y, dat zijn de jongeren die geboren zijn rond 1980, hebben hun eigen kijk op leven en werk. Zij willen flexibele werkuren om zo een goed evenwicht te creëren tussen werk en privé, extra vakantiedagen, regelmatige evaluatiegesprekken en een duidelijke visie op loopbaanontwikkeling. Hun eisen zijn nu net de troeven die de overheid kan bieden. Anderzijds willen ze ook een werkgever waarmee ze zich kunnen identificeren en zijn de werkomgeving en de sociale sfeer vaak doorslaggevende factoren. Met die zaken moeten we nog meer naar buiten komen om de knelpuntberoepen te kunnen invullen.’ Wat ze alvast doen. In 2006 was Selor op niet minder dan dertien beurzen aanwezig. Employer branding is blijkbaar ook bij de overheid geen onbekende meer.
VOOR ELK TYPE INFORMATICUS EEN FUNCTIE
De overheid heeft op gebied van verloning voor informatici te kampen met enkele hardnekkige vooroordelen. Onterecht, verzekert niet alleen Myriam Bouveroux ons, maar ook de informatici zelf (zie kader). Ook het imagoprobleem is nog niet van de baan. De grijze mus leeft nog steeds in de geesten van de mensen. Myriam Bouveroux: ‘Er is de laatste jaren een golf van jonge mensen bij de overheid komen werken. Zij zorgen voor een frisse wind waarvan ik met de hand op het hart kan getuigen dat die ook echt voelbaar is in onze organisaties.
Wij willen op dat elan verder gaan. We zoeken daarom niet noodzakelijk naar de zekerheidszoeker, maar wel de ondernemende informaticus.’ Ilse Buyens, personeelsmedewerkster bij de FOD Sociale Zekerheid: ‘De verschillende FOD’s hebben verschillende soorten mensen nodig. In een grote FOD is een taakomschrijving veel specifieker dan in een kleine waar mensen meer verschillende dingen te doen hebben en wellicht ook creatiever kunnen meedenken met het informaticabeleid.’
NIET LOON MAAR ANCIËNNITEIT IS EEN PIJNPUNT
Niet het loon is het pijnpunt om mensen vanuit de privé-sector naar de overheid te lokken. Ilse Buyens: ‘Informatici op universitair niveau worden hier, naarmate de carrière vordert, zelfs beter betaald; het is een zaak van loopbaanplanning. Als kandidaten dat inzien dan is loon nauwelijks nog een kwestie.’ Het pijnpunt waar de overheid wel mee te maken heeft is ervaring – lees anciënniteit – die niet altijd kan gevaloriseerd worden. En dat hangt helemaal samen met de functievereisten die bij de bekendmaking van de vacature naar voren worden geschoven. Staat daar niet expliciet in dat er een bepaald aantal jaren ervaring gevraagd wordt dan kan een sollicitant zijn ervaring niet verzilveren in zijn overheidsloon. Ilse Buyens: ‘Een procedurekwestie waar we vooralsnog weinig kunnen aan doen.’
INFORMATICI BIJ DE OVERHEID
– SEAN STOVE (23), PROGRAMMEUR BIJ SELOR
Tijdens zijn laatste jaar hogeschool in de richting Multimedia en Communicatietechnologie slaagde Sean Stove in een algemene selectie voor programmeur voor de federale overheid. Na een bijkomende proef, met onder andere een .Net-oefening, kon hij bij Selor beginnen. ‘Ik kon ook nog elders aan de slag maar .Net ken ik en spreekt me meer aan dan pakweg Java of Cobol. Het bleek een goede keuze, want de sfeer is tof, er zijn uitdagende projecten om aan te werken en er is zeer regelmatig een opleiding. Daar maak ik graag gebruik van want ik wil mijn technische kennis nog verder uitdiepen. Bovendien is de verdienste hier goed. Ik ken programmeurs die heel wat minder verdienen.’
Sean werkt vooral aan webapplicaties, zoals een mailinglist die mensen gericht vacatures toestuurt. Hij werkt ook fors aan de helpdesktool, een online toepassing voor de medewerkers van Selor. ‘Wanneer ze een probleem hebben met hun pc, met het netwerk of met een toepassing kunnen ze dit melden in de helpdesktool, een registratiedatabank. Dat is handig voor de medewerkers maar ook voor ons want het geeft ons nuttige statistieken. Zo kunnen we zien waar de meeste problemen zich voordoen en kunnen we ook bijhouden hoe lang het duurt om een probleem op te lossen. De cijfers zijn ook handig om verbeterprojecten te onderbouwen ten opzichte van het management.’
– MICHAËLLA MISKO (53), ICT-MANAGER BIJ DE FOD SOCIALE ZEKERHEID
Michaëlla Misko studeerde fysica en astrofysica, deed een eindwerk waar ook informaticakennis voor vereist was en kwam onmiddellijk bij de overheid terecht. Na acht jaar schakelde ze over naar de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid. In het begin werkte ze er nog op de mainframe met de typisch groen-zwarte schermen voor de gebruikers, later kreeg iedereen een pc en werden medewerkers aangesloten op het netwerk. Nu is ze ICTmanager, met naar eigen zeggen honderd fantastische informatici in haar ploeg die zorgen voor de digitale noden van 1600 mensen: ‘Wij leveren de informaticadiensten aan de hele FOD. Het beheer van de IT-middelen is op dit ogenblik gecentraliseerd, maar inderdaad, wij hebben mensen te weinig.
Nochta
ns is er heel veel boeiend informaticawerk bij de overheid. Er is heel veel werk rond e-government, duurzame ontwikkeling, telewerk en het digitaliseren van processen. Er zijn steeds interessante uitdagingen en de sfeer is aangenaam. Ik denk eerlijk gezegd dat je bij de overheid je creativiteit meer aan bod kan laten komen dan in de privé-sector.’ Het verwondert niet dat deze enthousiaste dame zelf aanwezig was op de Talent@Public-jobbeurs en persoonlijk op de bezoekers toestapte om ze warm te maken voor een job als informaticus op haar dienst. ‘En dat je minder zou verdienen, is in sommige gevallen wellicht waar, maar daar komen dan voordelen zoals flexibiliteit, ontwikkelingsmogelijkheden en evenwicht tussen werk en privé voor in de plaats.’
– LAURENT DURY (31), KWALITEITSEXPERT BIJ DE FOD SOCIALE ZEKERHEID
Een dokter in de wetenschappen die zich over algoritmen in de chemie boog, vinden we eveneens bij de overheid. In 2004 kwam hij bij de FOD Sociale Zekerheid in dienst. ‘Ik werk bij de Cel Quality & Governance als expert kwaliteit voor de informaticaprocessen. Ik ben geen specialist op alle informaticagebied, maar ik heb eerder een goed modelleringsvermogen. Eigenlijk heb ik een heel communicatieve job. Ik luister heel veel naar de mensen om te weten waar het op informaticagebied ergens hapert.
Vervolgens kan ik verbeteracties opzetten en die begeleiden naar hun implementatie. In het begin moest ik heel uitdrukkelijk naar mensen toe stappen. Nu komen ze zelf naar me toe als ze met een procesvraagstuk zitten. De veelzijdigheid van vragen en mensen en het zoeken naar goede oplossingen maakt deze job boeiend en interessant. Men verveelt zich absoluut niet. Elke dag is anders. Ik ben zeer optimistisch voor de toekomst. Ik weet dat er carrièremogelijkheden bestaan. Maar hartstocht voor mijn job vind ik nog het belangrijkste.’













