10 tips voor een lagere IT-energiefactuur

Energie is vandaag nog maar zelden het probleem van IT. Maar het aandeel van IT in het energiebudget loopt op, zodat de facilities manager meer en meer bij de IT manager komt aankloppen.
Als een bedrijf met 200 pc’s en 30 servers een referentie mag zijn, dan kan het IT-energieverbruik van dit bedrijf oplopen tot 390.000 kWh per jaar. Met een tiental ingrepen kan daarop makkelijk 30% bespaard worden, ofwel 13.000 € per jaar.
Tip 1: Zet de screensaver op zwart
Als een pc de screensaver activeert is het omdat hij niet actief in gebruik is. Actieve screensavers blijven echter de CPU belasten en dus elektriciteit verbruiken. De monitor zelf verbruikt bovendien het minste elektriciteit bij een vaste zwarte achtergrond (voor een CRT scheelt dit 15 tot 20 W).
Een 15″ CRT-monitor heeft een gemiddeld verbruik van 60 W; een gelijkaardige TFT-monitor verbruikt 35 W. Een monitor in ‘deep sleep’ verbruikt maar 2 W. Het is natuurlijk nog meer aangewezen om de power management tools van de pc te gebruiken.
Tip 2: ’s Avonds de pc uit
“De laatste doet het licht uit” is gemeengoed. In talloze kantoren blijft de pc echter continu draaien. Een desktop pc met CRT-scherm verbruikt echter gemakkelijk 120 W, dat is vergelijkbaar met twee gloeilampen die blijven branden. Doorgedreven power management overdag en bewustmaking dat de pc gerust mag worden afgezet bij het einde van de werkdag kunnen hierbij helpen. Nachtelijk updates of backups mogen geen argumenten meer zijn om de pc te laten aanstaan. Er bestaan voldoende oplossingen om dit op te vangen.
Tip 3: Ga thin client
Het thin client model gaat ervan uit dat de pc wordt vervangen door een ‘domme terminal’. Met behulp van technologie zoals Citrix of Windows Terminal Services wordt alle rekenkracht op de serveromgeving gehouden en gaan enkel beeldschermen en toetsaanslagen over het netwerk tussen server en clienttoestellen.
Zo’n thin client levert een rechtstreekse energiebesparing op doordat de machine zelf gevoelig minder verbruikt dan een desktop pc (daling van van 60 W naar 20 W). Een uitgelezen ‘groene’ speler als Cranberry is er zelfs in geslaagd om toestellen te produceren met een verbruik van slechts 10 W, die een combinatie bieden van een desktop en een thin client.
Voordat thin clients gebruikt kunnen worden, moet u echter eerst een consolidatie van de serverinfrastructuur uitvoeren. Die consolidatie op zich levert opnieuw een besparing op: decentrale file&print servers of mail- en database servers worden in een centraal datacenter samengevoegd.
Door de schaalvoordelen zal er een betere capaciteitsbenutting zijn van de serverinfrastructuur. Bovendien zal in de meeste gevallen het centrale datacenter op een veel efficiëntere manier gekoeld worden dan de ad-hoc servers die typisch in de kleinere vestigingen worden teruggevonden.
Tip 4: Virtualiseer
Vandaag de dag wordt in vele bedrijven de ‘één server voor één applicatie’-regel toegepast. Die heeft tot gevolg dat ruwweg 80% tot 90% van de servercapaciteit onbelast is. Twee derde van het energieverbruik van een server (300 à 400 W) is echter onafhankelijk van zijn belasting.
Met behulp van virtualisatietechnologie wordt een fysische server omgevormd tot meerdere logische servers. Elk van die logische gehelen functioneert als een onafhankelijke server. Dit maakt het mogelijk om zonder risico’s af te stappen van het ‘één server voor één applicatie’-principe, en meerdere applicaties op een fysieke server te plaatsen. Het resultaat is een optimalere benutting van de servercapaciteit, en dus een rechtstreekse energiebesparing.
Hou daarbovenop rekening met de regel dat je voor het koelen twee maal de energie voor de werking van een server nodig hebt. Met andere woorden, elke server die kan geëlimineerd worden levert een besparing van drie maal zijn elektriciteitsverbruik.
Op deze manier heeft bijvoorbeeld thinclientfabrikant Wyse een virtualisatie gedaan van zeventig fysieke servers naar vijf fysieke servers, en daarmee het IT-stroomverbruik teruggebracht van 653 MWh naar 68MWh.
Tip 5: Zet de basistemperatuur van het datacenter hoger
Veel datacenters hebben een ingestelde temperatuur van 20° C. Alle infrastructuur is dezer dagen echter perfect in staat te werken bij zelfs 26° C.
Het verhogen van de omgevingstemperatuur tot 24°C in plaats van 20°C levert een besparing op de elektriciteitsrekening van de airconditioning op van 16%.
Naast deze hogere omgevingstemperatuur helpen volgende basisregels eveneens om de werking van de koeling te optimaliseren:
– zorg voor een relatieve luchtvochtigheid van 40% Ã 45%
– zorg dat de koude lucht van onder naar boven stroomt.
Bekijk eveneens of de verschillende airconditioners goed op elkaar zijn afgesteld. Vele datacenters hebben meerdere airconditioners die elkaar beconcurreren: de ene koelt waar de andere verwarmt; de ene ontvochtigt terwijl de andere bevochtigt.
Tip 6: Vermijd ‘hot spots’ in het datacenter
De airconditioning is steeds afgesteld op de hoogste warmteontwikkeling. Het gebruik van blades leidt er echter toe dat een enorme warmteontwikkeling wordt geconcentreerd op een specifieke plaats. Als u zorgt voor een gelijkmatige spreiding van de warmteontwikkeling doorheen het datacenter, zal de vereiste koelingcapaciteit ook merkelijk lager liggen.
Een andere manier om ‘hot spots’ te vermijden is om net de grote warmteontwikkelaars te concentreren en deze plaats op een alternatieve manier te koelen. Dit kan een concentratie van ‘warme racks’ zijn waar lokaal extra airconditioningcapaciteit voorzien wordt. Er bestaan vandaag ook oplossingen waarbij dergelijke ‘hot racks’ watergekoeld worden.
Tip 7: Gebruik server power management software
In een server gaat het merendeel van het energieverbruik naar de processor. Bovendien worden steeds meer en meer processors in één enkele server gestoken. Laat nu net de CPU het element zijn dat het makkelijkst te controleren valt.
Moderne besturingssystemen bevatten standaard ‘power management componenten’. Bij de meeste servers is deze functie standaard uitgeschakeld. Inderdaad, bij een Windows 2003 server was men meer geïnteresseerd in hoge performantie, dan in laag energieverbruik. Vanaf het Windows 2008 OS zal de powermanagementoptie echter standaard geactiveerd zijn.
Terwijl power management er vroeger vooral voor zorgde dat de processor in slaapstand gezet werd wanneer deze niet actief was, zorgt deze software er nu voor dat er net voldoende stroom geleverd wordt aan de processor om de gevraagde performantie te voorzien. Dit zorgt voor een veel efficiëntere stroomvoorziening.
Verder kunnen de power management tools van de verschillende hardwareleveranciers er dezer dagen voor zorgen dat de performantie van servers dusdanig wordt gethrottled, dat nooit boven een bepaald piekvermogen (bijvoorbeeld per rack) wordt gegaan, en dit om zowel het energieverbruik van de servers als de warmteontwikkeling ervan onder controle te houden.
Tip 8: Ga van ‘always on’ naar ‘always available’
De hedendaagse IT-infrastructuur is nog steeds gestoeld op het principe van ‘always available’. Dit betekent in de praktijk dat het volledige serverpark 24 uur op 24 op volle toeren draait. In de praktijk zijn er ’s nachts slechts een fractie van de gebruikers van overdag, en anderzijds worden backups enkel ’s nachts genomen.
Een goede capaciteitsplanning laat toe om zeer gericht een power down van datacenterinfrastructuur uit te voeren op momenten dat deze toch onbelast blijven.
Nog een stap verder is de dynamische provisioning van servers. Daardoor kunnen enkele fysische machines verschillende functies waarnemen, telkens een andere gedaante naargelang de noden van het moment.
Tip 9: Beschouw energie-
efficiëntie als een aankoopcriterium
Recent is de hele IT-sector zich meer bewust geworden van de hele energieproblematiek. De hardwareconstructeurs houden actief rekening met energiezuinigheid bij het ontwerp van nieuwe toestellen. Enkel de energiekost kan al een ROI betekenen voor de vervanging van servers of desktops.
Een energielabel zoals Energy Star is alom bekend. Naast het onmiddellijke energieverbruik wordt echter ook het full life cycle energieverbruik van belang. Daarbij moet u rekening houden met de productie- en recyclage-energie, het transport of zelfs de energieperformantie van de producent als geheel. Ecolabels als Epeat geven hier een duidelijke aanduiding over.
Tip 10: Bewustwording: meet of bereken je IT-energieverbruik
De realiteit vandaag is nog steeds dat vele IT managers niet weten wat hun elektriciteitsverbruik is. Meer nog, ze liggen er niet wakker van want energie is geen onderdeel van hun budget.
Een eenvoudige berekening van het gezamenlijke energieverbruik van alle IT-componenten zal in veel bedrijven tot schokkende vaststellingen leiden. De IT manager zal dan enerzijds mee de verantwoordelijkheid (of toch verantwoording) krijgen voor het energiebudget, maar anderzijds krijgt hij bijkomende argumenten om bepaalde vernieuwingstrajecten in de IT-infrastructuur uit te voeren. Tevens zorgen vele van deze trajecten voor een betere beheersbaarheid van de IT-infrastructuur, wat opnieuw voor een aanzienlijke besparing kan zorgen.
Last but not least, biedt de bovenstaande aanpak ook de mogelijkheid aan IT om actief bij te dragen aan de ‘carbon-neutrality’ waar vandaag heel wat ondernemingen naar streven.













