Wat u wilt weten over opslag (1)
Opslag (storage) neemt elk jaar toe aan belang en complexiteit. Klanten worden bestookt met acroniemen die om de zoveel jaar veranderen. En de technologie staat ook hier niet stil. In deze ‘handleiding voor dummy’s’ zetten we alles voor u op een rijtje, aan de hand van een aantal veel gestelde vragen.
1. Wat is storage?
Rond storage bestaat nogal wat spraakverwarring. Regelmatig worden nieuwe termen gelanceerd door overijverige analisten en bedrijven die hopen zich zo te onderscheiden. De eenvoudigste definitie van storage is "de plaats waar gegevens worden opgeslagen".
Meer specifiek wordt dan meestal verwezen naar een extern op de computer aangesloten toestel, waarnaar de gegevens worden weggeschreven. In dat opzicht is storage bijna synoniem voor een reservekopie. Soms wordt opslag ook verward met geheugen, maar de algemene stelregel is dat storage ook gegevens bijhoudt nadat de computer is uitgeschakeld. Gegevens in het geheugen gaan verloren bij het uitzetten van de computer.
2. Waarom is opslag zo belangrijk?
Storage is een technologie waar u liever niet in zou investeren, omdat het op het eerste gezicht hoegenaamd geen rendement biedt. Het rendeert alleen wanneer u in de problemen komt. De afgelopen jaren won opslag aan belang door de groeiende behoefte aan onmiddellijk beschikbare gegevens en wettelijke verplichtingen rond archivering. Dit heeft geleid tot de opmars van information lifecylce management (ILM).
3. Hoe verhoudt storage zich tot ILM?
ILM zorgt ervoor dat gegevens en bestanden op het juiste opslagmedium worden gezet gedurende hun hele levenscyclus. Dit is vanaf het moment dat ze worden gecreëerd (of ingevoerd) tot het moment dat ze definitief worden gewist. Bij ILM wordt steeds de balans gemaakt tussen de prijs van het opslagmedium en de snelheid waarmee gegevens van dit medium kunnen worden gehaald. Verder wordt aandacht besteed aan het beveiligen van de opgeslagen gegevens en aan scanning en andere manieren om gegevens te importeren.
ILM is dus de filosofie waarop de hele opslagstructuur moet worden gebaseerd. Hier komt ook opslagsoftware om de hoek kijken voor het automatisch verplaatsen van gegevens en bestanden naar goedkopere media, wanneer ze minder bedrijfskritiek zijn geworden.
4. Welke opslagmedia zijn er?
Traditioneel worden digitale opslagmedia onderverdeeld in twee grote groepen: tapes en schijven (disks). Tape wordt gebruikt als goedkoop opslagmedium voor archivering en back-up. In tegenstelling tot bij schijven is het met tape alleen mogelijk om van voor naar achteren te schrijven en te lezen.
Dit maakt tape uitermate ongeschikt als opslagmedium in een omgeving waar snelle toegang tot de gegevens een must is. Voor archivering en als back-up opslagmedium (waarbij het opnieuw inlezen van opgeslagen gegevens zelden nodig is) biedt tape toch nog vaak de beste prijs/kwaliteitverhouding, zeker sinds de komst van de LTO-tapetechnologie.
LTO (linear tape open) is een open standaard die gezamenlijk werd ontwikkeld door opslagleveranciers HP, IBM en Quantum. Het is sindsdien uitgegroeid tot veruit de populairste tapetechnologie. Deze standaard – vaak ook LTO Ultrium genoemd – is intussen al aan zijn zesde generatie toe. Per generatie kan op de tapes steeds meer en sneller worden weggeschreven. Geleidelijk worden ook extra mogelijkheden toegevoegd zoals versleuteling en WORM (write once, read many). Deze laatste zorgt ervoor dat opgeslagen gegevens niet herschreven kunnen worden, wat een extra troef betekent met het oog op regels voor deugdelijk ondernemingsbestuur.
Schijven kunnen worden onderverdeeld in harde schijven en verwijderbare optische schijven zoals cd-rom en dvd. Hier geldt de algemene regel dat harde schijven eerder voor snel wegschrijven en regelmatig gebruik zullen worden ingezet, terwijl cd en dvd vaker dienen voor archivering en minder frequent gebruik.
Optische media hebben een grote troef: de levensduur van een cd kan tot tien jaar gaan, en voor een dvd spreekt men zelfs van honderd jaar. Frequent gebruikte harde schijven gaan gemiddeld amper vijf jaar mee. Toch wordt in de opslagwereld het meest gepraat over opslag naar harde schijven. De reden ligt voor de hand: voor de meeste bedrijven wordt het steeds belangrijker dat de bedrijfskritieke gegevens bijna meteen na de invoer kunnen worden weggeschreven en heel snel weer kunnen worden opgevraagd.
5. Is tape dan tot uitsterven gedoemd?
Niet meteen. Afhankelijk van de bron wordt nog altijd tussen de vijftig en negentig procent van alle digitale gegevens ter wereld op tape opgeslagen. De komende twintig à dertig jaar zult u nog steeds tapes in het opslaglandschap zien opduiken.
Verder krijgt tape steeds een vaste plaats in de nieuwe storage (of ILM) architecturen, met name aan het einde van de keten, wanneer de duurzaamheid van de gegevens veel belangrijker is dan de snelheid van het terughalen. Dit noemt men de archiving– of vaulting-fase.
Ten slotte wordt het steeds gemakkelijker om beide types opslagmedia naast elkaar te blijven houden. Virtuele tapebibliotheken blijven de vertrouwde tape-interface bieden maar geven ook de mogelijkheid om tapes stelselmatig te vervangen door disks. Tegelijk biedt een virtuele tapebibliotheek ook de mogelijkheid om tapes efficiënter te gebruiken.
In deel twee van dit artikel behandelen we nog een paar prangende vragen over opslag.