Productiefout met eID blijft opduiken
Meer dan zestigduizend elektronische identiteitskaarten die tussen eind 2004 en april 2005 zijn gemaakt, bevatten een productiefout. Als gevolg van de fout komt de chip los, en daardoor is de kaart niet langer geldig. Het probleem is al geruime tijd bekend bij de overheid en fabrikant Zetes, maar veel wordt er niet tegen ondernomen.
Het incident met de eID-chips werd in 2005 en 2006 aangehaald door CD&V-Kamerleden Dirk Claes en Roel Deseyn. Uit een parlementaire vraag blijkt dat het om vier loten gaat voor een totaal van 62.026 kaarten die de fout bevatten. Wie onzorgvuldig met zo’n kaart omspringt, verliest zijn chip.
Bij de eerste vaststellingen in 2005 bleek het om 33 kaarten met losgeraakte chip te gaan. Maar intussen is dit aantal over het hele land opgelopen tot drieduizend stuks.
De reden dat de kapotte eID’s zo traag boven water komen, is dat de kaart pas na verloop van tijd gebreken vertoont. Een rondvraag van ZDNet bij enkele steden en gemeenten leert dat het hoofdzakelijk mannen zijn die hun eID-chip verliezen. Dit komt doordat zij hun identiteitskaart vaak in een portefeuille in de broekzak bewaren. Dit in tegenstelling tot vrouwen, die het identiteitsbewijs vooral in hun handtas houden; dan komt er minder druk op de kaart.
"Marginale aantallen"
Opvallend is dat er vanuit Zetes of de overheid zo goed als geen communicatie naar de burger is geweest. Volgens Erwin Vermoesen, projectmanager eID binnen het bedrijf, was dat niet nodig. "Het zijn nog altijd marginale aantallen. Bovendien is de kwaliteit van de kaarten nog altijd hoger dan de kwaliteitsstandaard in het contract met de overheid."
Bij het rijksregister horen we een soortgelijke verklaring. Een kapotte eID wordt teruggestuurd naar Zetes. Het bedrijf onderzoekt vervolgens of het om een productiefout gaat. Is dat het geval, dan wordt de nieuwe kaart gratis afgeleverd; al moet de houder natuurlijk wel terug naar het stadhuis met pasfoto’s.
Dat laatste is iets waar de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) over klaagt. "Dit is zeker voor lokale besturen een last", zegt Herman Callens, stafmedewerker IT en E-government bij de VVSG. "Als er in een lading van honderd kaarten één exemplaar stuk is, dan is de werkbelasting voor die ene kaart bijna even groot als voor [de normale verwerking van] de overige 99 kaarten."
Geen extra mankracht
Het probleem komt vanuit de stadsbesturen regelmatig op de agenda in vergaderingen met de FOD Binnenlandse Zaken, maar extra mankracht komt er niet. "Wij hebben altijd gepleit voor een billijke vergoeding voor dit probleem", zegt Callens. Die zou er in de vorm van extra personeel of meer middelen kunnen komen, maar tot nu toe klinkt er op federaal niveau steeds een ‘neen’.
Volksvertegenwoordiger Roel Deseyn (CD&V) hekelt het probleem. In 2006 vroeg hij al om een grootschalig onderzoek, maar dat is er tot op heden nog steeds niet. "Het is een probleem omdat ook aan de gemeentelijke besturen extra bijstand beloofd werd; en die is er nooit gekomen."
Deseyn is er dan ook voorstander van dat er een extraatje voor de lokale besturen komt en dat de bewuste identiteitskaarten worden verzameld. Een identiteitskaart met losse chip is immers niet langer geldig en kan problemen opleveren bij reizen naar het buitenland. Het goudmetalen plaatje zelf weer vastkleven is al helemaal uit den boze. Als de fabrikant vreemde lijmresten ontdekt, heeft de houder geen recht op een gratis vervanging.