Het brein van de IT-professional
“We kiezen resoluut voor een innovatiegedreven economie”, herhaalde Vlaams minister-president Kris Peeters in zowat iedere toespraak van de voorbije maanden. Innovatie moet onze jobs en onze welvaart redden, nu bijna alle massaproductie verhuisd is naar andere landen.
En hoe zit het met uw innoverende kracht? Een echte IT-professional maakt de vreemdste problemen mee en moet daar dan patronen in gaan zoeken. Daarna moet hij googelen om uit de chaos van informatie de juiste conclusies te trekken. Informatie zoeken, patronen opsporen en dan conclusies trekken… Realiseert u zich hoe sterk dit lijkt op wetenschappelijk onderzoek?
U, de IT-professional, bent meer dan creatief en intelligent genoeg om heel innovatieve dingen te doen. Maar IT-professionals hebben de beeldvorming tegen. U heeft geen witter-dan-witte jas aan, geen dure microscoop en u zwaait niet met een pipet met hip gekleurde vloeistof. En die attributen heeft u nodig om de gemiddelde journalist te overtuigen dat u een kadertje in de krant of vijftien seconden op de digitale tv waard bent. IT-bedrijfjes die de stap wagen om een nieuw product te ontwikkelen, moeten het meestal zonder veel media-aandacht stellen, hoe innovatief hun product ook is. En die media-aandacht kunnen ze best gebruiken, want het helpt om de investeerders te overtuigen om dieper in de zak te tasten.
De kans dat een IT-professional met een innovatie op krantencovers komt is klein, en grote investeringen in creatieve IT-ideeën zijn dan ook zeldzaam. We moeten het dus over een ander boeg gooien, terugplooien op dat uitstekende brein bijvoorbeeld. Hoe komt het dat uw brein zo weinig in ‘innovatieve overdrive’ gaat? Omdat we iets innovatiefs associëren met witte jassen, of met mensen zoals Larry Page en Sergey Brin van Google. Geniale kerels die grote financiële risico’s namen en hun idee net op het juiste moment onder de aandacht van de investeerders brachten. Mensen die eerst maanden, soms jaren onder de armoedegrens werkten voor ze ontdekt werden. Daar voelen weinigen onder ons zich geroepen voor.
Standaardoplossingen sparen tijd
Maar er is nog iets wat ons weerhoudt om innovatief te zijn: we kiezen bijna altijd voor standaardoplossingen. Voor de marktleider of het populairste product, zelfs als is het niet echt wat u zoekt. Nochtans duiken er regelmatig innovatieve producten op die veel beter aansluiten bij wat u probeert te doen. Voor die conservatieve aanpak is een gegronde reden: standaard oplossingen hebben zich bewezen en er is support. Veel alternatieve oplossingen zijn ronduit een aanslag op uw kostbare tijd. En het laatste wat we willen is na veel experimenten nog niets werkends te hebben. Weer een kans verkeken om innovatief bezig te zijn? Nee.
Ze staan in de schaduw van hun collega’s van witte jas, maar er zijn ook onderzoekers die zich op valorisatie richten. Deze onderzoekers schuimen de vele academische papers af en bekijken de nieuwste softwareprojecten. De bedoeling is om te kijken hoe nieuwe ideeën kunnen omgevormd worden tot nieuwe maar vooral bruikbare producten. Of hoe bestaande onvolkomen producten kunnen uitgroeien tot uitstekende alternatieven.
De onderzoekers experimenteren, meten uit en confronteren dan die metingen met kritische IT-professionals die terecht te veel risico schuwen.Of een aantal bedrijven vindt een bepaalde technologie interessant en vraagt de onderzoeksgroep om een onafhankelijk analyse. Dergelijke analyses beperken het risico van innovaties: de tijdsinvestering van het bedrijf in kwestie wordt kleiner, het risico op een doodlopend spoor vermindert. En die analyse moet de test van academisch onderzoek kunnen doorstaan. Toegepaste onderzoekers worden dus meestal bijgestaan door universitaire, academische onderzoekers. Maar ze blijven vooral gericht om de bedrijven in kwestie verder te helpen. Er moet resultaat geboekt worden, de tijd en het geld dat het bedrijf investeert moet dubbel en dik terugverdiend worden.
Doorlichten op eigen IT-infrastructuur
U heeft het al door. Zelf ben ik ook actief in een ‘valorisatiegerichte’ onderzoeksgroep. Als hoofd van het Sizing Servers Lab kom ik in contact met tientallen bedrijven, allemaal bezig met innoveren. Innovaties die soms echt wel spectaculair zijn, maar te technisch om de krant te halen. Te verfijnd en doordacht om in een halve minuut zendtijd uitgelegd te krijgen. Maar wel heel interessant en hopelijk ook inspirerend voor uw grijze massa.
En natuurlijk innoveren we zelf ook, met de steun van het IWT. Zo hebben we ons eigen meetinstrument ontwikkeld, vApus (Virtualized Application Unique Stresstest). Dit instrument laat ons toe om elke serverapplicatie aan een realistische stresstest te onderwerpen, alsof er echte gebruikers op zitten die de software intensief gebruiken. De beste test gebeurt immers altijd op uw eigen software en met uw eigen hardware. Door de software eerst grondig door te lichten, wordt deze later door potentiële klanten en investeerders geëvalueerd op zijn innovatie en meerwaarde. En niet op een vergetelheid die ervoor zorgt dat gebruikers klagen over de responstijd.
Meer nog: een kleine cluster van servers met tientallen gevirtualiseerde applicaties kan uitgemeten worden met vApus. Zo kijken we hoe goed een minicloud met loadbalancing werkt. Welke minicloud is het beste voor welke omgeving? De huidige Dynamic Resource Scheduling-oplossingen (DRS) kunnen heel wat, maar ze werken niet optimaal met alle soorten applicaties en platformen. We gebruiken die stresstest ook om een nieuwe vorm van cloud storage van Vlaamse makelij te testen. Of om te checken welke vormen van powermanagement echt iets opleveren. Want sommige vormen van powermanagement besparen nauwelijks energie, maar zorgen wel voor heel vervelende responstijdproblemen. Kortom, het Sizing Servers Lab van Howest is gespecialiseerd in het optimaliseren van alles wat in zich in de rack bevindt, software en hardware.
Met deze blog vertellen we u graag welke innovatieve ideeën we horen en zien. Maar vooral wat werkt en wat niet. Cloudcomputing is een mooi voorbeeld: totaal misbruikt voor marketingdoeleinden. Maar sommige aspecten hebben grote meerwaarde. We proberen het uitvoerig uit en laten u weten wat onze bevindingen zijn. Tot binnenkort!