Netwerkconvergentie zoekt standaard
Het begrip convergentie vind je overal terug: op Wikipedia vind je convergentie in de wiskunde, natuurkunde, meteorologie en taalkunde. Er is zelfs een Mexicaanse politieke partij die Convergencia heet. Maar laat me wat meer vertellen over het soort convergentie dat we binnen de netwerkwereld zien opduiken. Convergentie definieer je als het snel naar elkaar groeien van verschillende technologieën en marktpartijen. Niet fout, maar in de netwerkwereld moet je dit met een korreltje zout nemen.
De queeste naar de heilige graal, de oplossing om alle protocollen over dezelfde kabel te sturen, werd de laatste jaren al verschillende keren opgerakeld. Maar zoals vaak is de ultieme natte droom voor de één een nachtmerrie voor de ander.
Zonder verder in de technische details te duiken, valt er inderdaad wel wat te zeggen over de mogelijkheid om het aantal connectiviteitskaarten en kabels in een server te halveren. Als voorbeeld denken we aan een vol rack met 1U-servers met 168 kabels (steeds een dubbele NIC- en HBA-aansluiting). Via eenvoudige convergentie kan je dit herleiden naar ‘slechts’ 84 kabels (steeds een dubbele CNA-aansluiting).
Dit is nog steeds een behoorlijk aantal kabels aan de achterzijde van het rack, maar het is toch al veel minder druk dan in het eerste scenario. Maar ruimtebesparing en meer overzicht zijn niet de enige voordelen. Zo verbruiken twee CNA-aansluitingen minder stroom dan de twee HBA- en de twee NIC-aansluitingen die je per server nodig hebt.
Op zich houdt deze besparing geen megawatts in, maar alle beetjes helpen. Waarom zijn we dan nu nog niet allemaal lustig aan het convergeren? Helaas is er nog een verschil tussen theorie en praktijk.
Momenteel kosten twee CNA’s meer dan twee HBA’s en twee NIC’s samen (deze zijn vaak al op het moederbord aanwezig). Daarenboven zijn er strengere eisen voor de bekabeling (OM3 voor fiber en Cat6a/Cat7 voor koper – pardon my french) wat de drempel voor bestaande infrastructuren om over te schakelen nog hoger maakt.
Vergeet niet dat ook alle bestaande kabels vervangen moeten worden… geen eenvoudige opdracht om deze businesscase te verdedigen! Anderzijds zijn er nog heel wat technische onduidelijkheden. Er wordt nog steeds heel wat discussie gevoerd over verschillende elementen (zoals TRILL en multiple hop).
Universele standaard
Het is duidelijk dat het ontbreken van een universele standaard de groei van deze technologie doet stagneren. Of convergentie de hype of eerder de technologie van de toekomst is, zal al snel duidelijk worden. Gartner en IDC zijn het eens dat FcoE zijn plaats zal vinden in het datacenter, maar nog niet meteen vandaag.
Reden hiervoor is dat het FcoE-ecosysteem nog niet volledig is: hardware, software, management, expertise en diensten die het leefbaar moeten maken in de rekencentra zijn nog onvoldoende ontwikkeld. Brocade OneTM zal deze leemte vullen.
Convergentie zet toch heel wat bedrijven aan het denken. Bijvoorbeeld hoe het ervoor kan zorgen dat het datacenter (met bijhorende IT-infrastructuur) sneller en doeltreffender kan reageren op de noden van de business. En bovendien bijdraagt aan een betere ecologische voetafdruk.
Ook interne structuren en procedures zullen sneuvelen door deze ontwikkeling. Als alles één netwerk is, heb je ook geen aparte divisies meer nodig. Kortom, van plug en play is zeker nog geen sprake, maar dat hebben alle convergentietechnologieën met elkaar gemeen. Zo had voip bijvoorbeeld een klein decennium nodig om tot een volwassen technologie uit te groeien.
Ik zeg volmondig ja aan convergentie. Niet zomaar om de technologie of om mijn 15 minutes of fame in de vakpers te verdienen. Er dient een grondig onderbouwde toegevoegde waarde en een ernstig businessplan tegenover te staan om een nuttige oplossing te lanceren.