#opendata: hergebruik van overheidsgegevens
Sinds korten duiken op mijn radar regelmatig nieuwe buzzwords op zoals #opendata, #opengov en #hackdemocracy. Achter die termen schuilen thema’s die druk gevolgd worden op social media-websites en die niet zelden uit de Angelsaksische wereld komen overwaaien. Het zijn buzzwords die te maken hebben met ontwikkelingen die moeten bijdragen tot een transparantere overheid, en met een oproep om zo veel mogelijk overheidsgegevens vrij te geven, zodat deze in mobiele of webapplicaties kunnen worden geïntegreerd.
Denk concreet bijvoorbeeld aan applicaties waar burgers kunnen controleren hoe efficiënt hun overheid het belastinggeld uitgeeft en waarmee ze diensten zoals misdaadbestrijding of wegenwerken kunnen volgen. Of aan applicaties die ook echt een toegevoegde waarde creëren: bijvoorbeeld mobiele apps die burgers in staat stellen om via hun smartphone vaststellingen van graffiti of andere vandalenstreken te melden, inclusief de exacte locatie.
Die moderne buzzwords doen mij vaak denken aan het al bestaande hergebruik van overheidsgegevens. Er is al de zogenaamde PSI-richtlijn (Public Service Information) van de Europese Commissie, die gaat over het hergebruik van overheidsinformatie door privébedrijven voor de creatie van commerciële producten en diensten met een meerwaarde. Volgens een studie van de Europese Commissie uit 2006 (MEPSIR) vertegenwoordigt dat hergebruik van overheidsdata in de EU een potentiële markt van maar liefst 27 miljard euro.
Pauline Collard van het Europese PSI-platform beschrijft het verschil tussen PSI en #opendata als volgt: PSI is een topdownaanpak, vervat in een juridische structuur waarbij uitwisseling van overheidsdata wordt gestimuleerd; #opendata is een bottom-upaanpak, gebaseerd op een aantal basisprincipes maar met nood aan een nieuwe organisatorische aanpak.
Herziening van regels rond hergebruik
De EU beseft dat hergebruik een belangrijk aspect is bij de realisatie van kosteneffectieve IT-projecten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de herziening van de regels over hergebruik is opgenomen in de Digitale Agenda van Neelie Kroes.
Een gestructureerde aanpak houdt immers grote voordelen in. Men kan dan de nodige randvoorwaarden creëren om tot een effectieve economische return en een daadwerkelijk gebruik van die data door de privésector te komen: transparante gebruiksvoorwaarden bijvoorbeeld, maar ook afspraken over de aanlevering van ruwe data in bruikbare formaten en over de kwaliteit en continuïteit van aanlevering, service level agreements enzovoorts. Het zijn zulke randvoorwaarden die het bedrijven mogelijk maken een concreet businessplan op te stellen.
Solide businessmodel
Bij de huidige hype rond #opendata is die gestructureerde aanpak nog grotendeels afwezig. Nu al wordt de vraag gesteld hoe apps-bouwers in godsnaam een businessplan kunnen ontwikkelen, enkel op basis van de ontsluiting van overheidsgegevens voor mobiele toestellen. Wie zal hen voor die ontwikkeling betalen? Wat is de meerwaarde van de ontsluiting van overheidsdata als ze niet geënt is op een solide businessmodel met een economische return?
Mijn visie over dit alles? Herbruikbare publieke informatie vertegenwoordigt een economische waarde die best geëxploiteerd mag worden. Overheidsdata moeten zelfs zo snel mogelijk ter beschikking gesteld worden van bedrijven om er commerciële toepassingen mee te ontwikkelen. Alleen ben ik er vast van overtuigd dat zoiets alleen kan lukken als duidelijke randvoorwaarden worden gedefinieerd.