EU wil duidelijke toestemming locatiegegevens
Europa wil dat bedrijven als Apple en Google expliciet toestemming vragen om gebruikers te volgen via hun mobiele telefoon. Nu is die melding te vaag.
Het pleidooi komt van de werkgroep Artikel 29, die een aantal Europese privacyautoriteiten omvat. Zij vinden dat geolocatiedata persoonlijk zijn en de vraag voor toestemming daarom niet via de algemene voorwaarden kan gebeuren.
In een advies (PDF) dat ze deze week publiceert, bekijkt de organisatie de richtlijnen rond het verzamelen van geolocatiegegevens via gsm-masten, gps en wifi. Vooral omdat die gegevens door bedrijven worden verkocht om bijvoorbeeld navigatiediensten of advertenties op te baseren.
De werkgroep Artikel 29 zegt dat toestemming voor dergelijke datavergaring niet kan worden gegeven via de algemene voorwaarden. In plaats daarvan moeten mensen expliciet akkoord gaan dat hun gegevens worden gebruikt voor een specifiek doel. Geolocatie mag ook alleen worden bijgehouden wanneer nodig. En wanneer het wordt toegepast op werknemers, moeten zij dit kunnen uitschakelen buiten hun werk.
‘Aan derden’
De meeste toestellen vragen wel toestemming voor het bijhouden van je locatie. Maar als het al in een aparte melding komt, dan is die vaak zeer vaag omschreven. Zo vraagt TomTom op zijn gps-toestellen toestemming om data door te geven ‘aan derden’. Maar pas later werd ontdekt dat een van die derde partijen in Nederland de politie is, die zo de beste flitslocaties kan bepalen.
Om stiekeme monitoring te voorkomen, wil de werkgroep Artikel 29 ook dat dergelijke toepassingen continu waarschuwen als er geolocatiegegevens worden bijgehouden. Bijvoorbeeld met een icoontje dat continu zichtbaar is.