IJsland wil energie exporteren via datacenters
De eilandstaat IJsland heeft de ambitie om een grote speler te worden in gegevensopslag tegen lage kosten. Al zal de isolatie van het land dat wel vrij moeilijk maken.
IJsland hoopt zijn datacentersector aan te zwengelen om zo zijn energievoorraad beter te benutten, boven op de energie die nu al naar aluminiumraffinaderijen gaat. Dat zegt Ossur Skarpheoinsson, de IJslandse minister van Buitenlandse Zaken.
“In de toekomst zullen datacenters een van de belangrijkste manieren zijn om groene stroom tot buiten de grenzen van IJsland te transporteren”, vertelt Skarpheoinsson aan ZDNet UK. “Mijn visie is dat we weg zullen gaan van de basisproductie van aluminium en de energie gaan gebruiken voor een groene economie.”
Het leeuwendeel van de IJslandse energieproductie komt uit geothermische en hydro-electrische bronnen. Die zijn milieuvriendelijk, maar kunnen niet zo makkelijk verpakt en geëxporteerd worden als gas en olie. Een aantal bedrijven werkt aan onderzeese stroomkabels naar het Europese vasteland, maar het zal nog jaren duren voor die er liggen.
Twee datacenters
Op dit ogenblik heeft IJsland twee datacenters. Thor, 2.600 vierkante meter groot en open sinds midden 2010, verbruikt 3,5 megawatt aan elektriciteit. Het tweede datacenter is Verne Global, open sinds donderdag met een campus die tot 100 megawatt kan trekken. Al die energie komt van hernieuwbare geothermische en hydro-elektrische bronnen.
Verne Global begint met een enkel modulair datacenter van Colt dat 1,5 megawatt verbruikt. Maar de eigenaars zijn er vrij gerust in dat de beschikbare 100 megawatt ooit bereikt zal worden.
De troeven van IJsland zijn de combinatie van zijn overtollige energie en de bereidheid om die voor een vaste prijs te verkopen. Verne Global heeft een deal met energieleverancier Landsvirkjun om de prijs gedurende twintig jaar stabiel te houden. Dat soort deals zijn moeilijk te vinden in andere Europese landen.
Landsvirkjun hoopt de komende tien jaar één procent in handen te krijgen van de gehele Europese markt van stroom voor datacenters, zo’n 160 megawatt. Al die stroom moet in IJsland zelf verbruikt worden.
Locatieproblemen
Toch willen veel bedrijven hun gegevens dicht bij huis houden. En dus is de locatie van IJsland een struikelblok. En het is één zaak om je gegevens ver van het hoofdkantoor te zetten, maar het is al een stuk moeilijker om de gegevens op een eiland te zetten waar je allicht zelf geen lokale vertegenwoordiging hebt.
Voordeel is dan wel een overvloed aan elektriciteit. In Europa heb je geen garantie dat je onbeperkt stroom mag bijvragen van je leverancier, terwijl dat in IJsland geen probleem is. Tien megawatt kan voorzien worden binnen een jaar na aanvraag, voorspelt Landsvirkjun. In Europa is dat meestal anderhalf tot drie jaar.
De voordelen van een IJslands datacenter zijn dus de prijs, de groene energie en de mogelijkheid om snel een versnelling hoger te schakelen en meer stroom te verbruiken. Je moet dan wel al je gegevens parkeren op een eiland in de Atlantische Oceaan.
Met medewerking van Jack Clark.