De dictatuur van interactieve televisieschermen
In maart besloot ik dat het genoeg geweest was. Mijn oude baksteentelevisie met de gigantische paarse vlek, die alle personages een ietwat ongezonde huidskleur gaf, moest de deur uit. Ik trok naar een gekende elektronicazaak, om ‘snel’ even een nieuwe televisie te kopen. Ik had niet zoveel eisen: een grote flatscreen met een kwaliteitsvol beeld,… Plasma, LCD of OLED maakte me allemaal niet zoveel uit. Dat is zo gepiept, toch?
In de toonzaal stond een resem televisietoestellen die allen op nette witte bordjes tot in de kleinste technische details werden beschreven. Al snel viel me op dat ze elkaar niet probeerden te overtreffen op het gebied van beeldkwaliteit of schermgrootte. Ze concurreerden bijna uitsluitend op het gebied van ‘features’.
“Bekijk de leukste online filmpjes op je televisie met de YouTube feature!”, “Verlies nooit het contact met je vrienden, dankzij de geweldige social media features!” Features, features, features, en de ene leek me al overbodiger dan de andere. Ik gaf nog niet op: de eenvoudige televisies vond ik achterin de toonzaal waarschijnlijk wel terug. Tenminste dat dacht ik.
Het bleek een onmogelijke uitdaging te zijn om een groot, kwaliteitsvol toestel te vinden waarin geen zogenaamde smart tv is geïntegreerd. Ik wist een verkoper te strikken en legde hem uit waarnaar ik op zoek was. De man keek me een beetje verward aan en trachtte me dan vol overgave warm te maken voor de voordelen van de smart tv-features.
“Smart tv’s integreren internet en web 2.0 features in de toestellen zelf en zorgen voor technologische convergentie tussen computer en televisie. Via één enkel toestel, je flatscreen, heb je toegang tot je muziek, films en foto’s en kan je tegelijkertijd al je vrienden onderhouden via de social media, video-on-demand aanvragen, gamen, en ja: ook televisie kijken (aha!) …Wie wil dat nu niet?”
Ik had mijn twijfels en zag er niet meteen de meerwaarde van in: je gaat toch je persoonlijke Facebookpagina en andere applicaties niet uitsmeren over een televisiescherm dat gedeeld wordt door het hele gezin? Bovendien beschik ik al over een computer, een tablet en een smartphone om gebruik te maken van al die applicaties en social media.
Helaas kunnen we blijkbaar niet langer om smart tv heen. Toen ik bij de verkoper bleef aandringen dat ik enkel televisie wou kijken en meer niet, moest hij mij teleurstellen. Gewone televisietoestellen met een groot scherm en goede beeldkwaliteit? Sorry, die hadden ze niet. “Hebt u misschien geen vrienden, meneer?” En dus kwam ik thuis met een smart tv, waarop het een heel karwei is om televisie te kijken zonder overstelpt te worden met allerlei overbodige features – hoe innovatief ze ook zijn.
Een waarschuwing aan iedereen die een nieuwe televisie wil: bereid je voor op een steeds vervelender wordende tocht tussen applicaties en features, op zoek naar de ‘televisiefunctie’. Want het lijkt erop dat de multimedia-industrie hoe langer hoe minder een onderscheid kan maken tussen wat innovatief is en dat wat gebruikers echt willen.