Een eerste ervaring met Mac OS X
Windows-computers zijn het handelsmerk van PC Magazine en als softwareredacteur had ik daarom nooit een echte reden om aan de slag te gaan met de grote concurrent. Afgezien van een vluchtige, frustrerende ervaring met iMacs tijdens mijn studie, ben ik al sinds mijn vijftiende vaste klant bij Windows. Ik was dus toch een klein beetje achterdochtig.
Apple stuurde me een MacBook Air op, volgens hen het toestel dat Mac OS X het beste bij me kon introduceren. Ik was onder de indruk van de bouwkwaliteit en de razendsnelle opstarttijden, maar dat mag ook wel met zo’n prijskaartje. En er zat natuurlijk een SSD-schijf in.
Snelle gewenning
Wat me het meest verbaasde aan Mac OS X Lion, was hoe weinig tijd ik nodig had om te wennen aan mijn nieuwe omgeving. Via synchronisatiesoftware (SugarSync) kon ik mijn belangrijkste bestanden probleemloos overzetten naar de MacBook Air en omdat Office voor Mac al was geïnstalleerd, kon ik bijna letterlijk verder gaan waar ik gebleven was.
Ik verving Safari door het vertrouwde Firefox en installeerde enkele favoriete gratis applicaties die ik gewend was om te gebruiken. Het kostte me ook weinig tijd om de ingebouwde functies aan te leren. De Mac-zoekfunctie Spotlight was razendsnel en nauwkeurig, en met Expose schakelde ik snel en moeiteloos tussen openstaande programma’s.
Alleen aan Finder, de Mac-variant van de Windows Verkenner, kon ik maar niet wennen. Ook het gedrag van de rechtermuisknop werkte op mijn zenuwen. Tijdens het experiment heb ik geen enkele keer een programma zien crashen.
Ik merkte wel dat ik als Windows-gebruiker soms gewoon te veel doordacht. Zo wilde ik de taal van het besturingssysteem wijzigen, iets wat in Windows nodeloos ingewikkeld is. Via een collega ontdekte ik dat dit bij Mac OS X in twee tellen geklaard is. Over het algemeen zijn de instellingen eleganter en beter uitgedacht dan in Windows.
Veiligheid
Toch begonnen een aantal dingen na verloop van tijd te knagen. Met de gigantische hoeveelheid gratis tooltjes die je op Windows kunt vinden, kun je je besturingssysteem naar hartenlust tweaken. Dat is op Mac OS X minder makkelijk, tenminste als je in het hart van het OS zaken wilt aanpassen.
Daarnaast werd ik wat nerveus van het veiligheidsmechanisme dat Apple toepast om de installatie van malware te voorkomen. Zo zag ik dat de firewall standaard staat uitgeschakeld. Daarnaast kan de verplichting om het administrator-wachtwoord in te voeren bij de installatie van nieuwe software tot rampscenario’s leiden.
Je hoeft maar een keer de foute software te installeren en je computer staat wagenwijd open voor indringers. Uiteraard bestaat er voldoende antivirussoftware voor Mac OS X, zijn virussen nauwelijks te vinden en is Apple bezig om alle applicaties te verhuizen naar zijn beveiligde online App Store, maar toch voelde ik me kwetsbaar. Misschien hebben de vele jaren van Windows-gebruik me wat paranoïde gemaakt?
Ik zie mezelf Mac OS X dagelijks gebruiken, ware het niet dat de prijs voor mij te hoog ligt voor een definitieve overstap. Als ik Windows dan toch zou verlaten, dan zie ik de vele mogelijkheden van Linux meer zitten.