Laptop, smartphone en pillendoos praten met elkaar
We beschikken vandaag de dag over steeds meer toestellen. Denk aan pc’s laptops, tablets, smartphones, smart tv’s enz. En steeds meer applicaties en toepassingen worden tegelijk op deze toestellen aangeboden. Wat betekent dat ze met elkaar geconnecteerd (moeten) worden en met elkaar moeten samenwerken. Microsoft speelt met Windows 8, het nieuwe besturingssysteem dat binnenkort gelanceerd wordt, al in op deze trend: de softwaregigant probeert zijn gebruikers op verschillende toestellen al een vergelijkbare en herkenbare user experience te bieden. Inter-usability is alleszins een trend die de komende jaren enkel maar belangrijker zal worden. Maar hoe werkt het in de praktijk?
SMARCOS
Ik probeer u het concept inter-usability even toe te lichten aan de hand van een concreet voorbeeld: het SMARCOS-project van Artemis. Dit is een Europees onderzoeksproject waarin onder meer een inter-geconnecteerd systeem wordt ontworpen om zowel gezonde als chronische zieke mensen (bv. diabetici) persoonlijke ondersteuning te bieden bij het onderhouden van een gezonde levensstijl.
De oplossing maakt daarvoor gebruik van verschillende informatiebronnen:
- Sensoren (bijvoorbeeld voor het meten van fysieke activiteit en om na te gaan of medicatie werd ingenomen)
- Input die de gebruiker zelf verschaft (bijvoorbeeld informatie over eetpatronen)
- Situationele informatie (bijvoorbeeld via de GPS in de smartphone, via gebruiksinformatie van het toestel of de applicatie zelf,…)
- Persoonlijke eigenschappen van de gebruiker (zelf verschaft door de gebruiker, afgeleid uit informatie die al beschikbaar is op één van de toestellen of geleerd door het systeem)
- Externe data (bijvoorbeeld informatie over het weer, …)
Al die informatie wordt via verschillende toestellen verzameld en vervolgens gebruikt om de gebruiker te helpen er een gezonde levensstijl op na te houden. De oplossing verwittigt de gebruiker wanneer hij zijn medicatie niet heeft ingenomen, geeft gepersonaliseerde tips om gezonder te leven en moedigt de gebruiker aan om niet op te geven.
De bedoeling van het systeem is om de gebruiker die informatie te geven via het toestel dat op dat moment het relevantst is: zijn telefoon, zijn computer, zijn smart TV, binnenkort waarschijnlijk zelfs de intelligente boordcomputer in zijn auto,…
Een concreet voorbeeld
Stel: een gebruiker lijdt aan diabetes en beschikt over een pillendoos (met sensor) waarin hij zijn medicatie bewaard. Hij kan dan een uur instellen waarop hij zijn medicatie moet innemen.
Wordt de pillendoos niet geopend, dan krijgt hij een bericht. Waar hij dat bericht te zien krijgt, wordt onder meer bepaald door de GPS-locatie van de smartphone van de gebruiker. Is hij op het werk en zit hij achter zijn computer? Dan wordt de boodschap op die computer getoond.
Zit hij volgens zijn agenda echter in een vergadering, dan is het interessanter de boodschap op zijn smartphone te tonen. Zonder geluid weliswaar, zodat de vergadering niet wordt gestoord.
Gebruikers kunnen bijvoorbeeld ook in het bezit zijn van een activiteitsmeter. Die registreert hoeveel de gebruiker beweegt en wanneer. Stel nu dat een gebruiker al de hele dag stil zit. Dan zal hij een verwittiging krijgen, met de suggestie dat het tijd is om even wat beweging te nemen. Staat er in zijn agenda dat hij die avond naar de bioscoop gaat, is die bioscoop niet te ver van zijn huis en wordt het mooi weer? Dan kan er aan de boodschap de suggestie worden toegevoegd dat hij die avond beter met de fiets naar de film gaat.
Wanneer zoveel verschillende toestellen worden gebruikt binnen één systeem, moet er natuurlijk rekening worden gehouden met een grote hoeveelheid verschillende interactiemethodes. Een toestel kan worden bediend via een touchscreen, muis en toetsenbord of met een afstandsbediening.
Ook wordt er gewerkt met verschillende platformen (iOS/OS X, Android, Windows) die elk over hun eigen ontwerprichtlijnen beschikken. Dat alles moet worden gecombineerd met het feit dat de gebruiker niet het gevoel mag hebben dat hij met verschillende toestellen werkt; de gebruikerservaring moet gelijk zijn, ongeacht het toestel dat hij gebruikt.
Je begrijpt al dat dat voor ontwerpers een flinke boterham is. Jammer genoeg is er nog niet veel onderzoek gedaan naar hoe je dat als ontwerper best aanpakt.
Binnen het SMARCOS-project wordt nu alvast nagedacht over welke richtlijnen nuttig kunnen zijn bij het ontwerpen van een inter-geconnecteerd systeem. Hopelijk kan ik er u binnenkort meer over vertellen…