“60 procent van de grote bedrijven houdt binnen 10 jaar op te bestaan”
Het aanwezige publiek van voornamelijk IT’ers, moest na de toespraak van Aslander toch even bekomen. Deze Nederlandse, zelfverklaarde futuroloog, trendwatcher en lifehacker doet onderzoek naar de manieren waarop technologische innovaties hun impact hebben op de maatschappij. En dat zijn er heel wat.
“Alle innovatie van de afgelopen 70 jaar heeft geleid tot economische, financiële groei. Nu gaat de economie terug krimpen, door disruptieve innovaties”.
Als voorbeeld haalt Aslander Wikipedia aan: vroeger kochten we een dure encyclopedie, vandaag zoeken we iets supersnel en gratis op via het internet. En vroeger stuurden we brieven, vervolgens kochten we een dure telefoon en telefoonabonnement om sms-berichten te kunnen versturen. Nu gaat dat alles via de gratis app WhatsApp.
Vaak komt de disruptie niet eens van uit de eigen sector: “Uber is geen taxibedrijf, net zomin als Netflix iets met kabeldistributie te maken heeft”. De inkomstenmodellen van veel gevestigde bedrijven staan dus onder druk, want bijna geen gebruiker die nog (veel) betaalt.
De meest disruptieve site van het moment is volgens Aslander de website Instructables.com: “Je vindt er helemaal gratis stap-voor-stap handleidingen mét foto’s om je Porsche-motor te reviseren, inclusief commentaren van gebruikers hoe het beter kan.”
Dergelijke innovaties komen hoe langer hoe minder van de grote, gevestigde waarden. Ook hier voorbeelden genoeg. Zoals die van Jack Andraka, een Amerikaanse tiener die in z’n eentje het opspoormechanisme voor alvleesklierkanker significant wist te verbeteren.
Martijn Aslanders boodschap is dan ook niets minder dan een keiharde wake-up-call, met name voor grote bedrijven: “60 procent van de grote bedrijven houdt binnen 10 jaar op te bestaan”. Volgens Aslander is de grootste fout die bedrijven vandaag maken te denken in assets, ofwel bezit, én hebben ze een verkeerd beeld van de lange termijn. “De lange termijn? Dat is vandaag drie maanden!”
Zijn advies luidt dan ook om als bedrijf of overheid minstens tien procent van je klanten te overtuigen om samen te innoveren, zonder dat er daarbij over geld wordt gesproken.