4 op 5 tech-bedrijven vrezen voor niet-tech concurrenten
Bedrijfsleiders liggen niet alleen wakker van disruptieve technologieën. Dat zegt een wereldwijd onderzoek van KPMG International met meer dan vijfhonderd leidinggevenden in 16 landen. De meeste respondenten geven toe dat ze niet voorbereid zijn op de impact van disruptieve technologieën en dat ze het moeilijk vinden om te bepalen welke trends definiërend zijn, en welke slechts hypes. En hoewel de meesten optimistisch zijn over nieuwe technologieën, zien ze nog een zorgwekkende tendens optreden: ook niet-technologische bedrijven zien heil in disruptieve technologie.
Concurrentie buiten sector
De grootste angst van tech-leiders is immers de concurrentie van binnen én buiten de sector. Zo toont het onderzoek van KPMG aan dat technologische bedrijven zich meer en meer bedreigd voelen door bedrijven die standaard niet in de technologische sector thuishoren, zoals autofabrikanten, retailers, en bedrijven in de zorgsector. Maar liefst 4 op 5 van de respondenten maakt zich zorgen over het feit dat niet-techbedrijven kunnen concurreren in de tech-sector. 61 procent van de ondervraagden zegt dat de disruptieve technologieën – zoals artificiële intelligentie, robotica, de cloud, het internet of things – daarvoor verantwoordelijk zijn.
[related_article id=”168708″]
Iedereen tech-bedrijf
“Technologiebedrijven creëren disruptie, maar worden ook gedisrupteerd wanneer bedrijven in eender welke sector zowel software, mobiel, data en analytics, en platformen in hun producten en diensten gaan implementeren,” zegt Gary Matuszak bij KMPG International. “Op veel manieren wordt elk bedrijf een technologisch bedrijf.” Anders gezegd: waar vroeger duidelijk afgelijnde grenzen de technologische van de niet-technologische sector scheidde, zijn die lijnen vandaag niet meer zo duidelijk.
Technologische fakkel
De disruptieve technologie kan eender welk bedrijf ertoe drijven zelf de technologische fakkel op te nemen. Kijk naar autobedrijven; velen implementeren artificiële intelligentie en beeldherkenning in hun wagens, maar kloppen daarvoor niet meer aan bij een technologische autoriteit. Ze investeren zelf in de nodige middelen, en gaan aan de slag om de technologie verder te ontwikkelen voor hun eigen producten.
Bovendien zorgt disruptieve technologie ervoor dat welgeplaatste start-ups zich snel kunnen opwerken. Het Chinese Alibaba of Amerikaanse Uber zijn in een mum van tijd uitgegroeid tot titanen, omdat ze het juiste moment hadden uitgekozen: ze konden technologie harnassen om zichzelf naar de top te trekken.
Dat maakt dat de concurrentie voor technologische bedrijven nog groter wordt. Niet alleen moeten ze uitkijken in welke disruptieve technologie ze investeren, maar houden ze best ook in het oog wat hun niet-technologische concurrenten doen.
//www.smartbiz.be/achtergrond/168956/6-grootste-cybersecurity-gevaren-2016/