Premier wilt parlementsleden wijzen op dreiging van hacks
Charles Michel heeft het Centrum voor Cybersecurity (CCB) gevraagd om een brief te sturen aan de voorzitters van het Parlement. De brief zouden parlementsleden aanbevelingen moeten bijbrengen om “hun eigen gegevens en die van het parlement beter te beschermen”. Dat is nodig, meent de premier, omdat politici en overheidsinstellingen een wenselijk doelwit vormen voor cyberaanvallen.
“Een cyberaanval kan altijd gebeuren,” zegt hij in een persbericht. “Zeer recentelijk heeft de hacking van de Democratische Partij tijdens de Amerikaanse verkiezingscampagne aangetoond dat het risico bestaat.” Die hack werd volgens sommige bronnen toegeschreven aan Rusland en zorgde ervoor dat talloze e-mails van presidentskandidate Hillary Clinton op straat kwamen te liggen. Ook de Belgische overheid werd eerder al het slachtoffer van cyberaanvallen. Zo werd in 2014 duidelijk dat de FOD Buitenlandse Zaken besmet werd met Russische spionagemalware. Snel daarna werd duidelijk dat de FOD Economie eveneens onder vuur lag, maar daarbij kon wellicht geen gevoelige informatie buit worden gemaakt.
Naast premier Michel geeft staatssecretaris Philippe De Backer te kennen dat hij zich zorgen maakt over de mogelijk gevolgen van zo’n hack: “Wanneer databanken van de overheid slachtoffer zijn van een cyberaanval, dan liggen talrijke gegevens van alle Belgische burgers voor het grabbelen.” Hij voegt toe dat hij een overleg plant met het CBB hoe online bescherming van overheidsinstellingen en politici kan verbeterd worden. Eerder dit jaar pleitte De Backer al voor meer ondersteuning van het CCB bij de sensibilisering van politici omtrent cybersecurity.