George R.R. Martin, John Grisham en Jodi Picoult klagen ChatGPT aan
Een beroepsvereniging van Amerikaanse auteurs heeft vanuit Manhattan een federale rechtszaak aangespannen tegen ChatGPT. Volgens de auteurs zou het AI-chatsysteem gebruikmaken van auteursrechtelijk beschermd materiaal om slimmer te worden. Het is niet de eerste keer dat zo’n rechtszaak wordt aangespannen: eerder spanden Paul Tremblay, Mona Awad, Sarah Silverman, Christopher Golden en Richard Kadrey al naar de rechtbank.
Deze keer gaat het over iets prominentere auteurs: John Grisham, Jonathan Franzen, George Saunders, Jodi Picoult en George R. R. Martin. De auteurs beschuldigen OpenAI ervan dat ze op illegale wijze boeken verkregen en die dan door ChatGPT haalden. OpenAI is het daar niet mee eens: volgens Amerikaanse wetten op auteursrecht, is hetgeen dat op internet staat geschikt voor ‘fair use’. De boeken die ChatGPT gebruikte zouden dan ook van het internet geschraapt zijn, waardoor OpenAI er geen graten in ziet.
ChatGPT leest llegale kopieën
Wel zegt het AI-bedrijf dat het wereldwijd in dialoog gaat met auteurs. De bedoeling is om te bepalen wat er precies kan met boeken en wat niet. Mary Rasenberger, CEO van de Authors Guild, zegt daarover dat “auteurs de mogelijkheid moeten hebben om te controleren of en hoe hun werken door AI gegenereerd worden”. Dat is hier niet het geval. Bovendien heeft ChatGPT geen bibliotheekkaart, maar beweert de Authors Guild dat de chatbot illegale kopieën van boeken gebruikte om slimmer te worden.
Die illegale kopieën heeft ChatGPT gebruikt om het verhaal te onthouden: vraag je vandaag een samenvatting van George R. R. Martins A Song of Ice and Fire, dan zal je die ook daadwerkelijk krijgen van de chatbot. Hetzelfde geldt voor de boeken van John Grisham, Jodi Picoult en andre auteurs die aan deze zaak gelinkt zijn.
Tot slot wordt gevreesd dat AI uiteindelijk de plek van de auteur zou overnemen. Werken als Game of Thrones moet je dan niet verwachten, maar wel goedkope e-bookafkooksels. Of het allemaal zo’n vaart loopt, dat moet natuurlijk nog blijken.