Abonnement voor Facebook en Instagram in strijd met DMA
Meta en de Europese Unie liggen al langer in de clinch met elkaar. Het bedrijf achter Facebook, Instagram en WhatsApp verwerkt persoonlijke gegevens van gebruikers om gerichte advertenties te tonen. Voor het bedrijf is dat een belangrijke inkomstenbron, maar de EU is het niet helemaal eens met hoe Meta te werk gaat.
Pay or Okay
Om persoonsgegevens te gebruiken voor reclame op Facebook of Instagram, heeft Meta expliciete toestemming van gebruikers. Meta weet natuurlijk dat meeste gebruikers die toestemming niet zomaar zullen geven, en doet er alles aan om toch met die gegevens aan de slag te kunnen. Om die reden voerde Meta in november 2023 een abonnementsformule in. Voor de prijs van 10 of 13 euro per maand, afhankelijk van op welk toestel je intekent, belooft Meta om je persoonsgegevens niet te gebruiken. De andere optie is gratis, maar houdt in dat Meta je gegevens mag verzamelen en verwerken voor advertentiedoeleinden.
Dat model noemen we ‘pay or okay’: ofwel betaal je, ofwel geef je groen licht aan Meta om je persoonlijke data te mogen gebruiken. Heel wat organisaties en wetgevers uitten al kritiek op het beleid van Meta. In principe moet het voor gebruikers even makkelijk zijn om hun toestemming te geven als om die in te trekken. Alleen is dat hier niet het geval: 10 tot 13 euro per maand betalen voor je privacy is heel wat moeilijker dan eenmalig op een knop klikken, menen heel wat privacyorganisaties.
Privacyorganisaties oneens
Met andere woorden: volgens Meta geef je expliciete toestemming om je gegevens te laten gebruiken door niet te betalen, maar daar zijn privacyorganisaties het niet mee eens. De Europese Commissie lijkt zich nu, in een voorlopig besluit, achter de privacyorganisaties te scharen. In het voorlopig besluit valt te lezen dat Meta gebruikers als het ware dwingt om persoonlijke gegevens te delen, en dat een een volwaardig (lees: gratis) alternatief moet aanbieden voor wie dat niet wil.
Op 25 maart 2025 wordt het onderzoek naar Meta’s pay-or-okay-model afgerond. Het bedrijf krijgt tot dan tijd om te reageren op de aantijgingen. Indien het de Europese Commissie niet kan overtuigen van hun gelijk, kan Meta een boete krijgen tot 10% van de volledige jaaromzet. Slaagt het bedrijf er nadien niet in om de situatie recht te trekken, kan het rekenen op bijkomende boetes die tot 20% van de jaaromzet bedragen.
Op zoek naar een gulden middenweg
De Europese Unie wil graag een soort gulden middenweg zien, waarbij gebruikers de optie krijgen om hun gegevens af te schermen zonder te betalen. Hoe Meta dit precies voor elkaar zal krijgen is echter een raadsel. Een aanpak zoals bij Google lijkt de meest logische: daar kregen gebruikers onlangs de keuze om gegevens tussen diensten te delen of niet. Op die manier kunnen gebruikers hun data bijvoorbeeld afschermen voor YouTube. Goed voor de privacy, maar het maakt de dienst minder aangenaam om te gebruiken: alle aanbevelingen verdwijnen namelijk.
Voor Meta ligt zo’n aanpak echter minder voor de hand: het bedrijf heeft heel wat meer concurrentie voor Instagram, Facebook en WhatsApp dan Google voor YouTube heeft. Het laatste wat Meta wil, is dat gebruikers vertrekken naar een ander sociaal medium. Het bedrijf staat dus voor een flinke denkoefening wat hun verdienmodel betreft.