AMD past GPU-strategie aan in strijd met Nvidia
Net zoals AMD bij zijn CPU’s overal Zen-gebaseerde producten inzet, gaat het nu dezelfde strategie uitwerken met de UDNA-architectuur voor GPU’s. UDNA moet zowel de RDNA- als CDNA-architectuur gaan vervangen. AMD gebruikt momenteel CDNA voor datacenterchips en RDNA voor consumenten-GPU’s. Dit schept een voordeel, aangezien beide segmenten op deze manier optimaal kunnen worden bediend.
Logische beslissing
Deze strategie klinkt logisch, maar in de praktijk is dat niet zo eenvoudig. Voor een bedrijf met een quasi onbeperkte capaciteit zou de ideale stap zijn, maar AMD is een chipontwerper en geen chipfabrikant (volgens het zogenaamde ‘fabless’ model). Het bedrijf moet capaciteit inkopen bij TSMC, dat verschillende productieprocessen biedt. Tegelijkertijd concurreert AMD niet alleen met het marktdominante Nvidia, maar ook Apple en Intel.
In een interview met Tom’s Hardware legt Jack Huynh, senior vice president en general manager van AMD’s Computing & Graphics Business Group, uit waarom AMD overstapt naar één architectuur. In 2019 nam AMD afstand van Graphics Core Next (GCN), een architectuur die veel succes boekte bij consumenten. Dankzij overeenkomsten met Sony (voor de PlayStation 4) en Microsoft (voor de Xbox One) bleven de inkomsten een tijdlang gegarandeerd. Toch zag AMD meer kansen door zich naast de consumentenmarkt ook in die van AI te specialiseren.
Toekomstvisie AMD
Hoewel de opkomst van AI AMD miljarden oplevert, verliest het bedrijf op de consumentenmarkt marktaandeel aan het dominante Nvidia. Het zou AMD dus goed uitkomen om met één architectuur zowel de AI- als de consumentenmarkt te bedienen. Dit biedt meer flexibiliteit om chips in te zetten waar de vraag het grootst is.
Huynh legt uit dat AMD nu drie generaties vooruitdenkt met UDNA. Omdat de ontwikkelingen van CDNA en RDNA grotendeels gelijklopen, zal dit UDNA 5, 6 en 7 omvatten. Bovendien helpt het om compatibiliteit te waarborgen, zodat legacysoftware ondersteund blijft.
Focus op Nvidia Hoewel Huynh Nvidia niet expliciet noemt, is duidelijk dat dit bedrijf een grote rol speelt in AMD’s strategische keuzes. Nvidia heeft de middelen en ervaring om diverse gespecialiseerde architecturen te ontwikkelen, met behulp van zijn eigen CUDA-platform. AMD heeft die luxe niet. Sinds de introductie van de Zen-architectuur in 2017 heeft AMD echter Intel weten uit te dagen op de CPU-markt. Het bedrijf hoopt deze opmars nu te herhalen tegenover Nvidia.
Huynh benadrukt verder dat CUDA, Nvidia’s exclusieve API voor veel AI-toepassingen, door vier miljoen ontwikkelaars wordt gebruikt. AMD wil een vergelijkbaar succes behalen, maar doet dit voornamelijk met open standaarden die minder restrictief zijn.