Android 16 verbetert mediastreaming met efficiëntere codecs

Vanaf Android 16 kunnen toepassingen die mediacodecs binnen hun eigen proces draaien, in plaats van via een apart, geïsoleerd proces. Daardoor hoeft er minder inter-process communication (IPC) plaats te vinden, met minder CPU- en stroomverbruik als grootste voordeel.
Efficiëntie vs. beveiliging
Tot Android 7.0 draaide het complete media-framework in één groot proces met veel rechten. Dat leidde tot kwetsbaarheden zoals de beruchte Stagefright-bug, waarbij een fout in de verwerking van mediabestanden hackers toegang gaf tot apparaten. Om dat op te lossen, werden vanaf Android 7.0 codecs in aparte sandbox-processen geplaatst. Hierdoor konden kwetsbaarheden zich niet verspreiden naar het hele systeem, maar dit introduceerde prestatieverlies door de constante dataverwerking tussen processen.
Minder geheugenlekkage in Android 16
Met Android 16 kunnen apps nu zelf bepalen of ze codecs lokaal draaien, maar alleen als die geschreven zijn in een geheugenveilige taal zoals Rust. Dat voorkomt risico’s op buffer overflows en geheugenlekken. Concreet zou Android 16 gebruikers hun media sneller kunnen laten streamen en krijgen ze minder te maken vertraging bij het inladen van audio en video. Daarnaast zullen ze dus hun batterijduur zien verbeteren. Mogelijk zorgen de efficiéntere mediacodecs ook voor lagere latency in muziek- en videobewerkingsapps.
Bij high-end smartphones zal de impact relatief klein zal zijn. Vooral midrange- en budgettoestellen zullen er de vruchten van plukken. Google zet zo alvast een belangrijke stap naar snellere en energiezuinigere prestaties op Android.