Dronewetgeving: piloot of piraat?
Drones zijn een geweldig staaltje technologie. De onbemande vliegtuigjes zijn niet enkel tof speelgoed, maar kunnen ook in professionele sectoren van nut zijn. Zo is het nooit eenvoudiger geweest voor cameramannen om vanuit de lucht een filmpje te draaien van bijvoorbeeld een evenement of festival. Ook in e-commerce kunnen drones een revolutie betekenen. Zo wil de onlinewinkelreus Amazon bijvoorbeeld autonome vliegtuigjes inzetten om een pakje aan huis te leveren. In theorie moet het zo mogelijk worden om nog veel sneller dan nu een bestelling aan huis te krijgen.
Hinder
Hoe geweldig het concept van drones ook klinkt, ze kunnen helaas ook voor heel wat ongewenste hinder zorgen. Zo kan een zwaar exemplaar heel wat lawaai produceren. Als er voortdurend pakjes boven ons hoofd vliegen, dan worden we hoorndol. Aangezien ze zich in het luchtruim bevinden, is het ook belangrijk dat ze het luchtverkeer niet verstoren. Zo is het verboden om boven Brussel te vliegen omwille van de nabijheid van de luchthaven. Ook deden drones heel wat vragen rijzen met betrekking tot privacy. De onbemande vliegtuigjes zijn immers bijna altijd voorzien van een camera. Zo is het uiteraard niet oké om even te spieken op een nabijliggend nudistenstrand, maar wat als er per ongeluk een stukje van de tuin bij de buren op een filmpje staat?
Nood aan een wettelijk kader
Het moge duidelijk zijn: we hadden dringend nood aan een wettelijk kader die komaf maakte met deze vraagstukken. Na meerdere pogingen ging de Belgische dronewetgeving in 2016 eindelijk van kracht – ruim na de meeste landen – in de vorm van een koninklijk besluit. De wetgeving moest eindelijk voor opheldering zorgen, maar in de praktijk zijn vele vragen nog niet beantwoord en is er mogelijk zelfs nog meer verwarring ontstaan. In principe mocht je voor de nieuwe regels enkel boven terreinen vliegen voorzien voor modelbouwvliegtuigjes, iets waar menig dronebezitter in afwachting van nieuwe wetgeving niet echt rekening mee hield. De wet vandaag laat je toe om legaal buiten de terreinen van de modelvliegtuigclub te vliegen, maar ze zijn aanzienlijk restrictiever dan hobbyisten hoopten. Heb je een drone? Dan is de kans groot dat de wetgeving ook jou treft, zelfs als het om een goedkoop exemplaar gaat.
Tijd om eens uit te vissen wat er nu wel en niet mag en welke sancties je kan verwachten als je de regels aan je laars lapt. We legden het koninklijk besluit onder de loep en schakelden daarvoor de hulp in van twee Belgische advocaten: Jean De Brabander en Geert Somers.
Drie klassen
Net zoals in alle productcategorieën bestaan drones in allerlei verschillende maten en vormen, met een navenant prijskaartje. Het zou een beetje vreemd zijn om de megadrone van Boeing – die pakjes tot 226 kg kan vervoeren – over dezelfde kam te scheren als de mini-drone Parrot Mambo. Daarom besloten ex-Minister van Mobiliteit Jacqueline Galant en haar kabinet – die het koninklijk besluit opstelden – om de onbemande vliegtuigjes op te delen in drie klassen, naargelang het vermeende risico van de vlucht: verhoogd, matig of laag risico. De factoren die hierbij een rol spelen zijn het gewicht van de drone, de hoogte en de locatie waar je vliegt.
Recreatief speelgoed
Enkel als je beschikt over een drone die minder dan één kilogram weegt, heb je geen attest nodig om te vliegen. Recreatief dronegebruik is dus in principe toegestaan, maar de vereisten zijn niet mals. Zo moet je lager dan tien meter blijven en moet je je op een privédomein bevinden. Kinderen mogen dus met hun speelgoed boven de tuin zweven, zolang ze de grens van tien meter niet overschrijden. Dit betekent niet dat je zomaar een dronecamera mag gebruiken: dan treedt de privacywetgeving in werking. Meer informatie hierover verder in het dossier. Hoe dan ook, de meeste drones waarmee je ietwat deftig kan filmen, kunnen veel hoger en wegen zwaarder. Zelfs een model als de Parrot Bebop heeft een automatische terugkeerfunctie waarmee de hoogtelimiet van tien meter overschreden wordt. Die mag dus niet zomaar geactiveerd worden.
Ben je in het bezit van een krachtiger vliegtuigje dat minstens een kilogram weegt? Geen zorgen, je hoeft geen elite-pilotenopleiding te volgen met allerhande toelatingsproeven. De drone terug naar de winkel brengen is niet nodig, maar je zal je wel moeten houden aan de letter van de wet. Concreet zal je een attest moeten halen.
Klasse twee
Weegt je drone meer dan een kilogram, dan zal je de vereisten van klasse twee moeten volgen. Ook als je een lichter exemplaar gebruikt buiten een privéterrein (of hoger dan tien meter vliegt), dan behoor je tot deze schijf. Eens je een brevet haalt, mag je er in principe mee vliegen buiten je privétuin, maar helaas niet overal. Op www.droneguide.be vind je een kaartje terug met gebieden waar je absoluut niet mag vliegen met je drone. Concreet moet je je bevinden buiten gecontroleerd luchtruim – zo is het verboden om in Brussel met een drone te vliegen – en op minstens vijftig meter afstand blijven van gebouwen en personen. Even gaan toeren naast vliegvelden of boven fabrieken, is helaas verboden. Ook mag je bij klasse 2 niet hoger vliegen dan 45,72 meter. Waarom precies die hoogte? Omdat de relevante wetgeving op dit punt is overgeschakeld van het metrische naar het Amerikaanse systeem: 150 voet is het plafond.
Val je binnen klasse twee, dan moet je een ‘attest van afstandspiloot’ halen. Een soort rijbewijs eigenlijk, maar dan voor drones. Je moet minstens zestien jaar oud zijn en een theorie-opleiding hebben gevolgd vooraleer je in aanmerking komt voor zo’n brevet. Onder meer in Brugge, Kortrijk, Antwerpen en Genk kan je op drone-les, waar je meer leert over de onderliggende technologie van zo’n luchttuig en over privacywetgeving. Vervolgens moet je nog een praktisch examen afleggen. Echte piloten zijn wel vrijgesteld van deze vereiste. Eens je hiervoor geslaagd bent, krijg je van het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) een officieel attestnummer. Deze nieuwe instantie is een onderdeel van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en staat in voor de handhaving van de dronewetgeving.
Klasse één
Alle vluchten met een drone die meer dan vijf kilogram weegt, vallen onder klasse 1. Daarvoor is een ‘attest van afstandspiloot’ niet voldoende, maar moet je een ‘bewijs van bevoegdheid als bestuurder van een RPA’ halen. Een elite-dronebewijs, zeg maar, dat je de toelating geeft om tot negentig meter hoog te vliegen. Daarvoor moet je wel achttien jaar oud zijn en een aanzienlijk uitgebreidere opleiding volgen. De drone moet daarnaast geregistreerd zijn en je mag nog steeds niet over steden, gemeenten, personen, dieren of gecontroleerd luchtruim vliegen. Ook moet het hebbedingetje altijd binnen zichtbereik van de piloot blijven en mag je enkel toeren bij daglicht.
Vooraleer je je allereerste dronevlucht van klasse 1 aanvangt, moet je hiervoor wel toelating vragen bij het DGLV, ten minste tien dagen op voorhand. Verder moet je altijd een logboek bijhouden – aan de hand van een strikt model – waarop je onder meer moet rapporteren wanneer je drone de lucht in gaat, waarom, waar en wie er aanwezig is. Een hele complexe administratie. Alsof dat nog niet moeilijk genoeg is, wordt deze klasse nog opgesplitst in 1a en 1b, afhankelijk van het risiconiveau van een dronevlucht.
Monster-drones
Voor drones die meer dan 150 kg wegen – voor professioneel gebruik– moet je geen toestemming vragen bij het DGLV, maar bij het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA). Iedere drone – ongeacht zijn gewicht – moet trouwens gecertificeerd zijn, maar dat is de taak van de fabrikant. Jij mag dus geen obscuur Chinees luchtvaartuig naar België verschepen om daarmee rond te vliegen.
Verder is het wel toegelaten om met elke drone indoor te vliegen, zolang je een veilige afstand behoudt ten opzichte van personen. Natuurlijk zijn de toepassingen binnen beperkt, maar zo kunnen dronebouwers hun vliegtuigje construeren en testen zonder zich aan allerlei regeltjes te houden. Uiteindelijk kan niemand toch controleren wat je binnenshuis allemaal uitspookt.
Privacy
Eén van de meest besproken aspecten bij het besturen van een drone is de privacy. De toestellen zijn in de regel uitgerust met een camera, en daarmee kan de bestuurder plots menig achtertuin binnenkijken, of hij nu wil of niet. In het koninklijk besluit uit 2016 is de privacywetgeving van kracht, al treedt het besluit niet in detail. Er wordt enkel verwezen naar de privacyregels en verplichte uren inzake privacy-reglementering voor aspirant-dronepiloten. Staat de tuin van je buur op je beelden, dan kan die in ieder geval komen klagen. Wanneer je privédomein een industrieel complex is, moet je drone eveneens aan de grond blijven. Het is ook wettelijk bepaald dat je geen personen in gevaar mag brengen, al hopen we dat je daar geen wetgeving voor nodig hebt.
Somers: “De privacywet is notoir vatbaar voor interpretatie, wat het voor dronepiloten lastig maakt.”
“De privacywet is notoir vatbaar voor interpretatie, en dat maakt het voor de dronepiloot niet bepaald eenvoudig”, licht advocaat Geert Somers van Time.lex toe. “Bovendien is niet enkel de wet op persoonsgegevens van toepassing op dronepiloten, maar ook bijvoorbeeld een artikel in het burgerlijk wetboek inzake burenhinder.” In de praktijk zijn de privacyregels subjectief: want wat is burenhinder immers? “Als het tot een dispuut komt, moet de feitenrechter oordelen”, aldus Somers.
Verwarring troef
Wat ook ontbreekt in de wetgeving is een duidelijke strafbepaling. Je dronebewijs kan afgepakt worden bij misbruik, maar wanneer je met je drone toch op elf meter boven je tuin toertjes maakt, dan is het niet meteen duidelijk of daar een boete van vijf euro dan wel een levenslange gevangenisstraf met verbeurdverklaring van je vermogen tegenover staat.
“We zien dat er nog veel onduidelijkheid heerst, wat de sympathie voor de wet niet bepaald ten goede komt”, zo vertelt advocaat Jean De Brabander die zetelde in de raad van bestuur van de Belgische Federatie voor de Onbemande Luchtvaarde (BeUAS). “De toepassing stoot nog steeds op veel praktische problemen; zo blijven er veel vragen over het correct en geoorloofd dronegebruik, en de controle hierop.”
“Het probleem van België is dat we een achterstand hebben opgelopen door het getalm bij de invoering van de nationale wet”, gaat hij verder. “Buurlanden als Nederland en Frankrijk hebben een jaar voor op ons, wat betekent dat ze daar meer ervaring hebben. Het grootste struikelblok in onze wetgeving is volgens mij het verbod op autonoom vliegen. Momenteel ben je verplicht om een drone steeds manueel onder controle te houden. Daarnaast mag je het toestel nooit uit het zicht verliezen. Wanneer we drones willen inzetten voor bijvoorbeeld het controleren van havens of kerncentrales, dan wordt het moeilijk.”
Europese wetgeving
Waar het Belgische wettelijke kader steken laat vallen, daar springt Europa bij. Zo heeft de EASA een document naar buiten gebracht met allerlei richtlijnen en regels voor veilige dronevluchten. De regels zouden vooral soepeler worden, zodat je niet altijd meer toestemming nodig hebt om met een drone te vliegen. We hopen dat er meer duiding komt wat betreft de privacyregeling en dat er meer mogelijkheden komen voor de industrie om te innoveren en te groeien. Normaal gezien zal de Europese Commissie dit jaar definitieve regels aannemen die vanaf 2019 ingevoerd zullen worden. We zijn benieuwd.