Van LimeWire tot Spotify: de nostalgische geschiedenis van illegale muziekdownloads
“Piraterij is een misdrijf.” Dat werd erin gedrild door de schermen die je vroeger te zien kreeg voor een film. Toch was niemand er schuw van om een liedje voor op zijn iPod gratis te downloaden in plaats van er een euro voor te betalen op iTunes. Wie wist hoe het moest, deed het. Tegenwoordig – in het glorieuze streamingtijdperk – is illegaal muziek downloaden niet meer van deze tijd. Af en toe zie je nog een enkeling (meestal een rasechte audiofiel) die een cd downloadt omdat hij of zij de muziek in de allerbeste kwaliteit wil, maar verder lijken illegale muziekdownloads volledig voorbijgestreefd. Heeft de muziekindustrie gewonnen?
Illegale downloads op zak
Je kocht een MP3-speler (in het beste geval een iPod), sloot hem thuis trots aan op je computer en het mooie leven kon beginnen. Je kon nu overal je favoriete muziek beluisteren. Waarschijnlijk begon je avontuur heel netjes, je kocht je muziek braafjes via iTunes en ripte wat CD’s die je eerlijk had aangekocht, maar al je vrienden hadden het over illegaal muziek downloaden en langzamerhand begon je ook die optie te verkennen. Tegenwoordig is illegaal muziek downloaden de moeite niet meer waard, wetend dat je voor 10 euro per maand toegang krijgt tot een oneindige muziekbibliotheek die je kan aanroepen wanneer je maar wil. Toch deed je vroeger maar al te graag de moeite om iets meer dan een euro uit te sparen per liedje.
Met de intrede van mp3’s, konden grote muziekbestanden plots worden gereduceerd tot handige bestandjes van een geringe grootte die bovendien op een veelvoud van apparaten konden worden afgespeeld. Cd’s werden geript naar mp3-bestandjes en vervolgens was het slechts een kwestie van die bestandjes met elkaar uit te wisselen. In eerste instantie via USB-sticks en mp3-spelers, maar al snel verschenen er platformen die zich specifiek richtten op het ter beschikking stellen van dergelijke bestanden.
Napster
Napster kennen we nu als een legitieme muziekdienst, maar dat was ooit (in 1999) wel anders. De door een 18-jarige student ontworpen dienst, zag het levenslicht als peer-to-peer-muziekdeelservice waar muziek kon worden uitgewisseld. Door Napster te gebruiken, kon je simpelweg de naam van een liedje invoeren en een zoekopdracht uitvoeren. Als er op dat moment andere mensen online waren die toevallig het liedje hadden dat jij zocht, dan kon je de track rechtstreeks downloaden. Napster had dus geen dure centrale servers nodig, want het ging om een peer-to-peer dienst waar er een rechtstreekse link tussen gebruikers was. Napster had enkel een server nodig om de namen van de liedjes op te slaan.
Noem Napster gerust de bakermat van illegale muziekdownloads, want de dienst kon op ruim 80 miljoen gebruikers rekenen. Uiteraard kregen ook de artiesten er lucht van en verschillende artiesten – met Metallica voorop – brachten Napster zo op zijn knieën. Logisch, want voor de artiesten nam het een grote bron van inkomsten weg. De dienst bestond slechts twee jaar, want in 2001 werd de dienst genoopt om de activiteiten te staken. Het internet zou echter het internet niet zijn als er niet meteen verschillende alternatieven verschenen.
Gnutella
Mogelijk heb je – door de korte levensduur – nooit gebruik kunnen maken van Napster. De kans is groter dat je als ambitieuze muziekpiraat (al leek het toen nog zo onschuldig) wel diensten zoals LimeWire gebruikte. LimeWire was op zich geen netwerk, maar maakte – net zoals Morpheus, BearShare, FrostWire en vele andere clients – gebruik van het Gnutella-netwerk. In tegenstelling tot Napster was Gnutella een volledig gedecentraliseerd P2P-netwerk. Er was dus geen enkele server nodig om het netwerk draaiende te houden. De gebruikers van de service deden ook meteen dienst als server. De vele programma’s (zoals LimeWire) waren dus niets meer dan een interface bovenop het Gnutella-netwerk. LimeWire was razend populair. De dienst zou in zijn glorietijd maandelijks meer dan 50 miljoen actieve gebruikers hebben gehad. Die glorietijd duurde overigens van van 2000 tot 2010, want toen moest ook LimeWire alle activiteiten staken wegens inbreuk op het auteursrecht.
Tussen LimeWire en Spotify
Uiteraard waren er nog veel meer alternatieven om gratis muziek te bekomen, maar toen LimeWire uiteindelijk offline werd gehaald, waren veel mensen toch wat verloren. Geen enkele andere software slaagde er namelijk in om het downloaden van muziek zo te faciliteren en zo’n mooie catalogus te kunnen aanbieden. Wie muziek wou downloaden, kon dat nog steeds doen via andere clients of bijvoorbeeld via Torrents, maar de nummers werden vaak voorafgegaan door honderden advertenties en vooral veel malware. Als voorzichtige computergebruiker, kon je vooral terecht bij YouTube en een van de YouTube-downloaders. Even de link van een liedje op YouTube ingeven op een website of downloadclient en je had de mp3 in no-time op je computer staan.
Een echte oplossing – voor zowel de gebruikers als de artiesten – kwam er in de vorm van streaming en meerbepaald onder de noemer van Spotify. De populairste muziekstreamingdienst ter wereld verscheen reeds in 2006, maar pas op 16 november 2011 verscheen de dienst uiteindelijk ook in België. We hoefden niet langer naar de donkere kroegen van het internet om onze muziek toe te voegen aan onze digitale bibliotheek, we moesten zelfs geen schijfruimte meer vrijmaken, want alles wordt rechtstreeks afgespeeld via de Spotify-servers. Even een maandelijks bedrag betalen (of gratis via advertenties) en je hebt er geen omkijken meer naar. Gebruikers kunnen onbeperkt muziek luisteren, de artiesten worden betaald op basis van het aantal keer dat hun werk wordt beluisterd en zo is iedereen gelukkig. Zo blijkt maar weer eens dat gebruikers bereid zijn om te betalen voor kwalitatieve content die makkelijk toegankelijk is. Eind goed, al goed.