Review Teufel Real Z: duivel in een koptelefoon
Bij een merk als Teufel zijn de woordspelingen nooit veraf. Doorheen deze review zullen ze opduiken, maar dat wil niet zeggen dat ze leugens verkondigen: met de Real Z haal je een topper in huis. Heldere midden- en boventonen, een zware bas die toch heel performant is,… Je betaalt veel, maar je krijgt er evenveel voor terug.
Het definitieve einde
Het verhaal van de Teufel Real Z is even melig als het leuk is. De ontwikkelaars van het bedrijf namen de Aureol Real als basis en lieten gebruikers opmerkingen geven. Die namen ze vervolgens allemaal in acht om de Real Z te ontwikkelen. De ‘Z’ betekent dan ook dat dit de definitieve versie moet zijn. Aangezien de letter ‘z’ aan het einde van het alfabet komt, kan er niets meer achter komen. De Real Z is het eindpunt voor muziekfans.
Of zo gaat het verkoopspraatje toch. Het resultaat geeft alvast aan dat ze wel degelijk goed geluisterd hebben naar de fans: zij vroegen om meer bassen, en ze hebben er een hele hoop gekregen. Toch had ik nooit het gevoel dat het te veel was of dat de bassen overdreven waren. In tegendeel: nog nooit kon ik naar Mumford & Sons luisteren en de lage klanken zo goed onderscheiden. Met deze koptelefoon kreeg ik voor het eerst echt het besef hoeveel verschillende klankkleuren in bastonen kunnen zitten. Wie wil weten wat ik bedoel, moet maar eens naar ‘I Will Wait’ luisteren met verschillende koptelefoons. Dan komt de duivel pas echt uit zijn doosje.
Laat de bas vallen
Niet iedereen verlangt echter hetzelfde van zijn koptelefoon. Hoewel hij enkele mensen kon overtuigen die normaal gesproken liever geen zware bassen horen, waren er ook bij die de bassen algemeen gesproken te dof vonden. Ik begrijp waar ze op doelen, maar ondervind dit zelf nooit echt als een probleem. Zels de criticasters waren echter onder de indruk van de heldere klankweergave. Je hebt echt wel het gevoel dat je mee op het podium staat met 50 muzikanten tijdens hun uitvoering van de Mattheuspassie.
Water in de kelder
Waar ik me wel aan stoor, is hoeveel geluid hij ‘lekt’. Ikzelf had daar natuurlijk vaak geen last van, aangezien ik hem zelf gebruikte, maar ik ben zelden fan van andermans muziek. Wie zijn muziek graag ‘op 11’ zet, zal op kantoor of de trein geregeld een scheve blik moeten tolereren. De halfopen behuizing heeft verder wel voordelen: het is gezonder voor de oren, aangezien de geluidsgolven niet enkel via je oren wegkunnen, en zorgen voor een duivels heldere klank.
Qua design is de Real Z zeker niet de lelijkste. Bovendien weegt hij veel minder dan je zou verwachten wanneer je hem ziet. Toch voelt hij nog steeds verduiveld stevig aan dankzij het aluminium dat de kunststof vervangt van de Aureol. Een Bose in dezelfde prijsklasse zit nog veel comfortabeler, maar toch draag ik liever deze dan pakweg een Sennheiser. De Real Z is on-ear, maar is meer dan groot genoeg om over de meeste oren te gaan, zoals ik het graag heb. Krijg je ook niet zomaar bij een koptelefoon: een stevige hoes die ideaal is voor transport. De Teufel heeft het allemaal.
Conclusie
Hoewel het prijskaartje al tamelijk pittig is, kan je volgens mij niet echt klagen over de prijs. Voor dit bedrag krijg je een topper van een koptelefoon. Zijn bassen iets voor jou, dan moet je deze hebben. Zijn bassen niets voor jou, dan moet je deze zeker hebben: je leert genieten van de goeie lage tonen. Zowel geschikt voor folk en country, als voor het elektronische werk, als voor klassieke muziek.