Review Renault Twizy: deuren optioneel
Beeld je het volgende in: je gaat naar de garage om een nieuwe auto te bestellen. Je wordt verwelkomd met de nodige toeters en bellen; een kopje koffie, een koekje en een vers vaatje vlotte verkoopspraatjes. De aanbiedingen, opties en alliteraties vliegen je om de oren en je begint te dromen. Terwijl je de extra kost bespreekt van een groot touchscreen, een panoramisch dak, een sensorenpakket en nog wat van dat lekkers, hoor je flarden van het gesprek naast je, waar een andere klant zijn droomwagen aan het bestellen is.
“Ik zou graag de optionele boombox laten installeren,” zegt de klant. Verkoper: “En had u daar deuren bij gewild? Ramen?” Klant: “Goh, deuren mogen wel, maar voor de ramen pas ik.” Het resultaat ziet er dan zo uit:
Lamborghini der elektrische wagens
Deze vergelijking loopt misschien een beetje mank, toch is er niks graver dan je deur naar omhoog te doen zoals die van de betere luxueuze sportwagen. Deze Twizy kan het en dat wint hem meteen enkele cool points. Maar, dan moet je wel eerst de deuren bestellen. Die zijn namelijk een optie. Wil je ramen, dan betaal je nog eens extra want ook die zijn een optie bij deuren. Een optie op een optie; optception.
De deuren op zich zijn nochtans niet echt aanwinsten: ze voelen aan als goedkoop plastiek, ze beschermen je tegen niets en ze zijn opties. Ik was enorm skeptisch ten opzichte van mijn werkpaard-voor-een-week en dat kwam voornamelijk door dit belachelijk stukje marketing. Hoe komen ze erbij?
Door de wind, door de regen
Ramen zouden nochtans wel tof zijn geweest. Je hebt heel weinig last van windstoten of regen, tot het echt hard begint te waaien of gieten. De persoon die met je meerijdt (want er zijn zowaar twee plaatsen beschikbaar in deze koekendoos!), krijgt wel alles over zich heen. Elke miezerige druppel zal die gevoeld hebben. Bovendien kan zo’n tochtgat toch niet erg aerodynamisch zijn? De vergelijking ‘rijden met een open parachute’ lijkt dan wel toepasselijk.
Toch is meerijden in deze Twizy een hele belevenis. Als passagier heb je dankzij de lange deuren, zonder ramen, automatisch een panoramisch zicht. Wel moet je de bikkelharde ophanging er voor lief bijnemen. Ik zei het al: je zal elke druppel voelen, ook als die op de weg ligt te drogen.
Zet overigens maar alle plannen uit je hoofd om met dit plastic action figure in de winter rond te rijden. Grip zal je wel hebben, maar handen en oren niet meer want die zijn er dan al lang afgevroren. We reden hiermee rond begin november, die dit jaar uitzonderlijk zacht was, en zelfs dan waren een muts, sjaal en handschoenen een echte noodzaak.
Cruisen
Als bestuurder is het ding zo mogelijk nog leuker om mee te rijden dan als passagier. De Twizy trekt vinnig op, neemt gezwind elke bocht op snelheid en je hebt het gevoel tegen de grond te kleven. Tot je een verkeersdrempel wilt opvliegen, dan heb je het gevoel alle controle kwijt te zijn. Een dragrace aan een rood licht zal je wel altijd winnen.
Remmen doe je met een baksteen. Je moet sowieso al hard drukken om er iets van te merken, wil je ook echt goed remmen, dan druk je de rem bijna door de vloer. Het lijkt alles of niets te zijn met dit ding. Zoals alle elektrische auto’s heeft de Twizy ook een dynamo aan boord die energie opnieuw opneemt wanneer je vertraagt, maar het effect daarvan lijkt mij minimaal.
Opwindende saaiheid
De Twizy is zeker geen saai geval. Je hebt overal bekijks, vrienden maken zal dan ook geen probleem zijn; je hebt altijd het gevoel dat je snel rijdt, maar toch kan je het bakje wel eens beu worden. Je hebt namelijk geen radio, tenzij je de boombox van Parrot neemt als optie. We kunnen ons echter niet voorstellen dat je batterij daar niet aan kapot gaat.
Je bereik is immers al maar beperkt tot een goeie 80 kilometer. Die haalde ik vlot, zolang ik onder de 65 kilometer per uur bleef rijden. Alles daarboven vraagt drie keer zoveel energie van je batterij. Rij je met twee personen, dan zijn zelfs die 80 al twijfelachtig. Gelukkig laadt hij erg snel op: in net geen 4 uur kan je je volledige batterij revitaliseren.
Dat alles zorgt er evenwel voor dat je je dag altijd goed moet plannen. Wil je met deze auto gaan werken, dan moet je er rekening mee houden dat je er dan ’s avonds misschien niet ver mee geraakt. Misschien geraak je nog net tot aan het dichtstbijzijnde bushokje.
In de stad?
Wat me misschien nog het meest tegen de borst stuit, nog meer zelfs dan optionele deuren, is het feit dat Renault zijn Twizy in de markt zet als stadsauto bij uitstek. Achzo? Wie in de stad woont, weet dat je maar zelden een eigen parkeerplaats ter beschikking hebt. Waar ga je het ding opladen? Daarnaast heeft de rijdende friteuse geen sloten, wat betekent dat je je Twizy openstelt als gratis toilet voor wie ’s nachts eentje teveel opheeft en zich snel wenst te verlichten.
Ook de beveiliging van je boorddocumenten trekt op geen fluit. Er zit dan wel een slot op het deksel waar je ze kan steken, die plastic plaat trek je er zo af. De bouwkwaliteit van het hele dashboard is gewoonweg te matig.
Wel verzeker je je met dit ding altijd van een parkeerplaats. De Twizy is zo klein dat je hem makkelijk kwijtkan op een plaats waar er eigenlijk geen voorzien is. Getuige bovenstaande foto aan de Carrefour in Zemst.
Conclusie
Voor een slordige 7.000 euro schaf je je reeds een elektrisch wagentje aan. Stoer zal je je er niet voelen, hoongelach zal maar al te vaak jouw deel zijn, maar parking zal je wel altijd vinden. Wij vinden de prijs daarom net iets te hoog om echt aantrekkelijk te kunnen zijn. Jongeren mogen in de lichte versie (die 45 km/u haalt) rijden vanaf hun 16 jaar, maar ook bij hen zal dit wagentje niet populair zijn. Op die leeftijd draait alles immers om reputatie. Wij raden de Twizy wel aan voor pizzabezorging.
Om een voorbeeld te geven: collega’s Cédric en Michael trokken met de Twizy naar de drive-through van McDonalds. Ze werden vierkant uitgelachen en werden gevraagd of ze dat speelgoed in hun garage zelf in elkaar hadden gestoken. Het zag er zo uit:
https://vine.co/v/iMFWrZEXzq5