Review Microsoft Surface Pro: bijna perfect
De Surface Pro heeft geen volgnummer meer. Fans weten dat dit nieuwste exemplaar iteratie vijf is van Microsofts populaire laptop/tablethybride. Microsoft schat echter terecht in dat het gewoon ieder jaar zijn toestel wil vernieuwen met de meest moderne hardware, terwijl de vormfactor niet al te veel meer zal veranderen. In dat opzicht is het logischer om de Surface Pro gewoon Surface Pro te noemen.
Visueel zien we inderdaad geen verschil met de Surface Pro 4. Het identieke 12,3 inch 4:3-scherm heeft een resolutie van 2.736 x 1.824 pixels. Opnieuw zit het aanraakscherm net onder het glas, wat werken met de Surface-pen een plezier maakt. Onder de motorkap van ons testmodel zit een SSD van 256 GB gecombineerd met 8 GB aan RAM en een Intel Core i5-7300U-processor. Dat is volgens ons meteen de interessantste configuratie. Je krijgt een toestel dat zich compromisloos meet met een klassieke laptop, extreem mobiel is en er een al bij al degelijke autonomie op na houdt. Iets meer dan vier uur intensief werken zonder stopcontact is lang niet slecht. Ga je voor heel licht gebruik, dan is twaalf uur autonomie zelfs binnen handbereik.
Volwaardige laptop
We vinden al sinds de eerste Surface Pro dat het ding een laptop in tabletjasje is, en niet omgekeerd. Opnieuw zie je dit toestel best als een ultralichte laptop waarvan je het scherm kan losklikken. Microsoft heeft die memo nog steeds niet ontvangen en zet de Surface Pro nog altijd in de markt zonder toetsenbord. De prijs van 1.449 euro is dan ook exclusief toetsenbord, waarvoor je nog eens 149 euro moet neertellen. Dat is veel geld: Lenovo zet met de IdeaPad Miix een Surface Pro-kloon in de markt met hetzelfde binnenwerk aan 899 euro, inclusief toetsenbord. De resolutie van Lenovo’s variant is lager, het toestel is iets minder mooi en de autonomie is slechter, maar niet in die mate dat het prijsverschil te rechtvaardigen is.
Je betaalt met andere woorden nog steeds een pittige premium voor het Surface-design, dat we nog steeds als fantastisch moeten bestempelen. Het toetsenbord is geweldig, de touchpad daarop ook, en de tablet zelf kent zijn gelijke niet op het vlak van bouwkwaliteit.
Voor aansluitingen moet je vertrouwen op één USB 3-poort, een mini-DisplayPort en Microsofts eigen Surface-poort. USB Type-C blinkt uit door afwezigheid en dat is onvergeeflijk. Iedere fabrikant doet moeite om de nieuwe standaard te omarmen. Zelfs Apple is meteen op de kar gesprongen. Dat Microsoft dwars ligt met één of andere drogreden over vermeende superioriteit van zijn inferieure eigen aansluiting is een fout die we moeten afstraffen. Hopelijk omarmt de Surface Pro van volgend jaar de toekomst wel. Lenovo’s goedkopere Surface-kloon heeft trouwens wel een USB-C-aansluiting.
Ergernissen ter zijde is de Surface Pro vandaag opnieuw een fantastisch toestel, net als vorig jaar en het jaar daarvoor. Design, kracht, bouwkwaliteit en draagbaarheid culmineren in een geweldig toestel dat perfect kon zijn, moest Microsoft zijn koppigheid even opzij kunnen zetten.