Europa hinkt achterop met AI-functies en dit is waarom

Google Gemini, OpenAI ChatGPT en Microsoft Copilot app icoontjes, GenCast
© iStock / Robert Way
Heel wat AI-functies zijn in alleen in Amerika beschikbaar, maar niet in Europa. Daar zijn goede redenen (lees: wetgeving) voor.

Tegenwoordig kan je niet meer aan technologie denken zonder ook aan artificiële intelligentie te denken. Heel wat fabrikanten lanceren indrukwekkende AI-functies die het dagelijkse leven makkelijker moeten maken. Alleen valt op dat het vooral Amerikaanse en Aziatische levens zijn die verbeterd worden. In vergelijking met de rest van de wereld zijn de AI-functies in Europa maar dun gezaaid. Hoe komt dat?

Tijdens het I/O-evenement van 2024 was ‘AI’ overduidelijk het sleutelwoord. Vooral de integratie van AI in de zoekmachine spreekt tot de verbeelding: je hoeft je vraag alleen maar te stellen en Google komt even later vanzelf met het antwoord. Een indrukwekkende functie, tot je leest waar die allemaal beschikbaar is. De AI-zoekfuncties van Google zijn in geen enkel Europees land te gebruiken.

Copilot Windows 11
In Amerika zit Copilot rechtstreeks in Windows 11, maar hier nog niet. © Microsoft

Hetzelfde geldt voor Microsoft Copilot: laptopfabrikanten en Microsoft zelf pakken maar al te graag uit met die digitale assistent. Er worden dan ook voortdurend nieuwe functies toegevoegd aan dat AI-systeem, dat overal behalve in Europa rechtstreeks in Windows werkt. Ook Meta, het moederbedrijf achter Facebook, WhatsApp en Instagram werkt al even aan een AI-systeem. Voor bijvoorbeeld Amerikanen duikt dat systeem op in WhatsApp, maar hier blijft het onzichtbaar.

Dat functies in het ene werelddeel wel beschikbaar zijn en in het andere niet, is verwarrend voor gebruikers. Toch zijn er goede redenen om die verwarring nog eventjes in stand te houden – en die hebben alles te maken met Europese regelgeving en jouw privacy.

AI Act als boosdoener?

De AI Act lijkt de meest voorname oorzaak te zijn waarom we in Europa op de AI-functies moeten wachten, maar eigenlijk valt de impact van die wetgeving best mee. In feite maakt de AI Act een onderscheid tussen vier verschillende soorten van AI, op basis van hoeveel risico ze precies inhouden. Die AI-toepassingen moeten dan, afhankelijk van hun risicogehalte, aan bepaalde voorwaarden voldoen.

De meeste AI-tools houden miminaal of beperkt risico in. Er zijn veel minder risicovolle toepassingen. © Europese Commissie

Er zijn bijvoorbeeld AI-systemen die een minimaal risico inhouden. Denk hierbij aan spamfilters en computergestuurde tegenstanders in videogames. Omdat het risico dat bij deze AI-systemen komt kijken zo klein is, moeten de systemen niet aan extra regels voldoen. De situatie ziet er anders uit voor chatbots, die volgens de EU een ‘beperkt risico’ inhouden. Die systemen dienen transparant opgesteld te worden, wat inhoudt dat gebruikers zich bewust zijn van het feit dat ze tegen een AI-systeem praten. Bovendien moeten de bedrijven ervoor kunnen zorgen dat alles wat de AI produceert gekenmerkt wordt, of het nu om tekst, beelden of video’s gaat. Kijkers en lezers moeten steeds kunnen uitmaken wanneer iets gegenereerd werd door AI, en wanneer niet.

Verder zijn er nog systemen die hoge of zelfs onacceptable risico’s inhouden. Het gaat dan om geautomatiseerde systemen om CV’s te sorteren, punten op examens te geven, rechtspraak te doen en zels geautomatiseerde wapens. Die AI-systemen moeten aan de strengste regels voldoen, maar dat is geen probleem voor Meta, Microsoft, Google en consoorten: wapens of puntenssystemen bieden zij namelijk niet aan.

Digital Markets Act

De grootste stok in de wielen van techbedrijven in Europa lijkt niet de AI Act, maar de Digital Markets Act (DMA) te zijn. Die wetgeving bepaalt dat grote technologiebedrijven, ook wel aangeduid als ‘gatekeepers’, zich aan extra regels moeten houden. De wetgeving moet ruimte bieden aan kleine spelers om te concurreren met een Microsoft, Google of Meta. Het was niet de bedoeling dat die wetgeving AI aan banden zou leggen, maar dat lijkt nu toch te gebeuren. Microsoft zelf geeft aan dat het zijn Copilot-systeem wil doen overeenstemmen met de DMA vooraleer het in Europa uit te brengen. De bedoeling was om dat tegen maart 2024 in orde te hebben, maar dat is duidelijk niet gelukt.

Hoogstwaarschijnlijk spelen bij Microsoft, Google en Meta dezelfde problemen. De AI-systemen die zij aanbieden, haken namelijk sterk in op de gegevens van een gebruiker. Dat is anders voor OpenAI, waar de chatbot vooral rekening houdt met het taalmodel. Desalniettemin: kort na de lancering kwam ook OpenAI in opspraak voor de verkeerde verwerking van persoonsgegevens. Even leek het erop alsof de AI-tool verboden zou worden in Europa. De kans is groot dat de andere bedrijven dit willen voorkomen, en daarom eerst alles netjes willen afvinken.

Do’s en don’ts voor techbedrijven

Wat er precies afgevinkt moet worden? De DMA legt een aantal “do’s” en “don’ts” op voor grote techbedrijven. Zo mogen de gatekeepers gebruikers alleen nog maar volgens als die zich op het platform zelf bevinden. Het is om die reden dat Google, een tijd geleden, vroeg of gebruikers hun diensten gekoppeld wilden houden. In Amerika kan het gegevens van verschillende diensten én van verschillende platformen gebruiken om het AI-systeem slimmer te maken, maar in Europa kan dat zomaar. Voor Microsoft levert zo’n regel mogelijk ook problemen op, aangezien de ‘AI Explorer’ net werkt door ten allen tijde mee te lezen met gebruikers.

Ook voor Meta levert de DMA mogelijk problemen op. De wetgeving is namelijk bedoeld om de ‘muren’ rond socialemediaplatformen weg te halen, maar Meta AI is net bedoeld om je daar langer te houden. Ongetwijfeld speelt mee dat het AI-systeem aanwezig is in zowel Facebook, WhatsApp als Instagram, wat ook niet meteen DMA-vriendelijk is. Zakelijke gebruikers en adverteerders moeten bovendien inzage krijgen in de gegevens die Microsoft, Google en Meta genereren met hun AI-systemen. Dat ligt gevoelig: daar zit namelijk heel wat persoonlijke informatie in die geanonimiseerd moet worden. Ook daar stoten techbedrijven op problemen.

Conclusie

Kort samengevat zou je kunnen stellen dat AI-aanbieders het in Europa met minder gegevens moeten doen. De AI-systemen krijgen vorm in Amerika en kunnen daar gegevens uit verschillende bronnen combineren, maar dat kan hier niet altijd. In veel gevallen blijken de achterliggende structuur en de gegevensstromen van AI-systemen niet bestand tegen Europese regelgeving, waardoor een lancering hier uitblijft. De wetgeving maakt het voor het ene AI-systeem al wat moeilijker dan het andere, waardoor onzeker is wanneer welke AI-systemen hier beschikbaar komen. Boetes voor het niet naleven van de wet kunnen hoog oplopen, tot 10% van de jaaromzet bij eerste inbreuken, en zelfs tot 20% bij herhaalde vergrijpen. De technologiebedrijven willen dus alles zo goed mogelijk op orde hebben vooraleer ze hun AI-producten naar Europa brengen.

Je kan er echter wel vanuit gaan dat de AI-functies vroeg of laat hier verschijnen. Wanneer dat gebeurt valt moeilijk vast te leggen: de technologiebedrijven lijken het in veel gevallen zelf ook niet te weten. De ontwikkeling van AI-systemen zoals Copilot in Windows 11, AI-gestuurd zoeken enzoverder kost flink wat geld, waardoor de fabrikanten er alle belang bij hebben om de technologie ook hier uit te rollen. Of de functies hier en in pakweg de VS 100% gelijklopen valt gezien de wetgeving moeilijk te bepalen en zal de tijd moeten uitwijzen.

Tot dan kan wie met AI aan de slag wil dat al met verschillende chatbots in de browser. Populaire opties zijn Microsofts Copilot, die binnenkort ook in Windows 11 zijn intrede zou maken; Gemini, dat binnenkort de nieuwe Assistant op Android moet worden; en ChatGPT, dat misschien binnenkort aanwezig is op iPhones. Die chatbots bieden wat minder functies dan sommige tools die in de VS al te gebruiken zijn, maar zijn wel toegelaten in de EU.

aiAI ActChatGPTdmaeuropageminigooglemetaMeta AImicrosoftOpenAI

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Producten bekijken