Opinie: Waar blijft de update-aanval van Android?
Een van de grote voordelen van Android was jarenlang dat zelfs de high-end toestellen nog enigszins betaalbaar waren. Met name grootmachten als Samsung en Huawei kwamen jaren op de markt met smartphones die qua prijs vaak een kwart goedkoper waren dan de iPhones waar ze het ‘tegen op moesten nemen’. Voor dagelijks gebruik zat er weinig verschil in prestaties met iPhones. En qua batterijduur delfden de toestellen uit Cupertino vaak het onderspit. Ook kon lang niet iedereen overweg met iOS, al zijn de twee softwaresystemen steeds meer op elkaar gaan lijken.
Telefoons duurzamer en duurder
Fast forward naar 2020 en we zien dat de Android-toestellen die als ‘geduchte’ concurrenten gezien kunnen worden voor de huidige iPhones behoorlijk prijzig zijn. Wat heet; de instapprijs van de iPhone 11, het meest populaire 2019-model van Apple, ligt lager(!) dan het instapmodel van de Samsung Galaxy S20. Aan het uiterste van het prijsspectrum neemt de peperdure Galaxy S20 Ultra het op tegen de eveneens dure iPhone 11 Pro Max. Deze toestellen zijn allebei groots, beschikken over fantastische camera’s, mooie schermen, en het kwaliteitsverschil in software is (zeker na de introductie van widgets in iOS 14) verwaarloosbaar. Op één vlak schort het echter; update-ondersteuning.
Vergeleken met enkele jaren geleden gaan telefoons simpelweg een stuk langer mee dan voorheen. Naast de bouwkwaliteit is het dan ook belangrijk dat je smartphone up-to-date is en blijft door de jaren heen. Niet alleen is je toestel dankzij een langdurig updatebeleid op lange termijn goed beveiligd tegen kwaadwillenden, ook ben je (via software-updates) altijd bij wanneer het aankomt op de nieuwste technische snufjes.
Android 11: Samsung als belangrijkste kartrekker
In augustus kwam het nieuws naar buiten dat Samsung voortaan tal van smartphones tot drie jaar lang gegarandeerd Android-updates krijgen. Het gaat hierbij dus ook om software-updates (naast de gebruikelijke beveiligingsupdates). Dat nieuws kunnen we alleen maar toejuichen. De populaire Galaxy S10 uit 2019 kan bijvoorbeeld rekenen op Android 12, wat in 2021 moet verschijnen. Het is een flinke verbetering ten opzichte van een tijd geleden, toen men met pijn en moeite twee systeemupdates eruit stuurde voor haar vlaggenschepen.
Vergelijk de updatebelofte echter met het beleid van Apple en de cijfers van Samsung vallen in het niet. Dan hebben we het slechts over één populaire Android-fabrikant. Huawei geeft toptoestellen meestal niet meer dan twee systeemupdates, en ook populaire fabrikanten als OnePlus, Xiaomi en Oppo ontstijgen de cijfers van Samsung niet. Wat betreft update-ondersteuning is bij Apple het beste voorbeeld de iPhone 5S. Deze telefoon verscheen in het najaar van 2013 met iOS 7. Pas eind 2019 stopte de ondersteuning voor de smartphone, waardoor het toestel maar liefst zes jaar ondersteuning heeft gekregen van pple. Dat is dus twee(!) keer zo lang als de vernieuwde updatebelofte van de belangrijkste Android-fabrikant.
Bredere ondersteuning
Positief aan het verbeterde updatebeleid van Samsung is dat ook recent uitgebrachte midrangers als de Galaxy A51 en A71 mogen genieten van drie jaar lang systeemupdates. Deze toestellen kosten ongeveer de helft of minder dan dat ten opzichte van de huidige Samsung-vlaggenschepen. Wat dat betreft zou je kunnen stellen dat de A-serie een mooie balans is tussen prijs en mate van ondersteuning, iets wat Apple doorgaans niet biedt met haar vrij dure telefoons. Ook die vlieger gaat echter niet helemaal op; in 2020 verscheen de (voor Apple-begrippen) goedkope iPhone SE 2020 op de markt voor 489 euro. Dat terwijl de eerste SE uit 2016 nog altijd ondersteund wordt.
Naast de duur van de update-ondersteuning bij Android-toestellen is er ook het nodige te zeggen over de snelheid van updates. Want: brengt Apple een nieuwe iOS-update uit? Zolang jouw iPhone nog ondersteund wordt, ontvang je de update net zo snel als iemand die de nieuwste iPhone in bezit heeft. Bij Android duurt het vaak maanden voordat een systeemupdate verschijnt op smartphones met Google’s besturingssysteem. Dit heeft onder meer te maken met de softwareschil van fabrikanten zelf die men over de ‘kale’ versie van Android legt. Zelfs bij peperdure vlaggenschepen mag je vaak vier maanden of langer wachten totdat je eindelijk die nieuwe softwareversie in huis hebt.
Belangrijkste speler geeft (nog) niet thuis
Er is in dit hele verhaal één belangrijke speler die het voortouw zou moeten nemen om dit euvel aan te pakken, en dat is Google. Android is een onderdeel van de Amerikaanse fabrikant, en het bedrijf brengt al sinds 2016 telefoons uit op eigen naam, namelijk de Pixel-toestellen. Vooralsnog wil Google niet meer dan drie jaar systeemupdates beloven. Dat is jammer, want de Pixels behoren tot een van de weinige toestellen die direct gebruik kunnen maken van nieuwe softwareversies. Daarnaast gaat het om stock Android; geen opsmuk of bloatware, net als bij iOS.
Waar blijft de aanval van Google zelf?
Initiatieven als Android One (twee grote systeemupdates en drie jaar lang beveiligingsupdates) zijn goed om verdere fragmentatie van het Android-landschap tegen te gaan. Helaas vallen ze nog steeds in het niet bij de cijfers die Apple met haar update-ondersteuning op de mat legt. De vraag is dan ook of Google wat betreft het updatebeleid met de nieuwe Pixel 5 de aanval durft in te zetten.