België zag elektrisch wagenpark fors groeien in 2022
De Europese vereniging voor de autobranche (ACEA) zag het aandeel elektrische auto’s in alle EU-landen toenemen. Net als in voorgaande jaren lag Noorwegen aan kop: 20,8 procent (2022) van alle auto’s in het Scandinavische land werden elektrisch aangedreven. Het gaat om BEV’s (Battery Electric Vehicles) en dus niet om plug-in hybrides (PHEV). Naast Noorwegen staan ook andere noordelijk gelegen landen hoog in de grafieken: IJsland (7,3%) neemt plaats op de tweede plek en Denemarken (4%) sluit de top drie af, samen met Zweden (4%). Nederland vist met 3,7% net achter op de topposities.
Uit de lijst valt ook een tweedeling af te leiden: Oost- en West-Europa, waarbij westelijke landen de topposities innemen. Niet alle West-Europese landen staan overigens hoog in de ranking. Spanje zou met een aandeel van 0,4% elektrisch net zo goed in Oost-Europa kunnen liggen. Dat het juist in Spanje niet wil vlotten met elektrisch rijden, is verrassend: het is een van de zonnigste Europese landen, met dus de meeste capaciteit om groene energie voor EV’s op te wekken.
Economische beperkingen weerhouden Spanjaarden echter van het aanschaffen van EV’s. Dat zien we ook in het zonnige Italië (0,4%), Kroatië (0,3%) en Griekenland (0,1%). Voor Griekenland is het de eerste keer dat ze meedingen in de ranglijst: tot en met 2021 stond de teller op 0%.
Minder plug-inhybrides
Intussen ziet de ACEA het aandeel plug-inhybrides op Europese wegen afnemen: van 1% in 2021 tot 0,7% in 2022. Het aandeel reguliere hybrides is daarentegen gegroeid: van 2,3% in 2021 naar 3,1% in 2022. Voor consumenten is het aanschaffen van een HEV vooralsnog de meest toegankelijke optie. Zelfs in West-Europese landen staan consumenten niet direct te springen om een EV, met aanschafprijzen die vaak beginnen te lopen bij de 40.000 euro.