Meer haat op netwerksites

Volgens het Joodse Simon Wiesenthalcentrum maken terroristen en racisten steeds meer gebruik van sociaalnetwerksites om hun boodschap wereldkundig te maken. De politie houdt echter een oogje in het zeil.

Steve Lohr, een blogger van de New York Times, las in het rapport dat afgelopen jaar twintig procent meer websites, groepen op netwerksites, chatforums en microblogs opdoken waarop terroristische of racistische meningen werden geuit. De teller stopte op 11.500 sites.

Stijging ledenaantal
“De grootste stijging aan inbreuken is te wijten aan de sociaalnetwerksites, die over het algemeen ook een stijging van het ledenaantal optekenen”, vertelt rabbijn Abraham Cooper.

Het verslag komt niet op het internet te staan, maar wordt via cd-rom verspreid. Dat is omdat het onder meer video-instructies van terroristen om bommen te maken bevat. “We willen de bad guys niet op ideeën brengen”, aldus Cooper.

Ook de Belgische politie is zich bewust van haatgroepen op netwerken zoals Facebook. Vorige week nog verijdelde de politie van Brussel-Noord een confrontatie tussen Turkse en Koerdische heethoofden. Een zestienjarige Turkse jongen riep op Facebook op om Koerden aan te vallen. De politie maakte zich echter lid van die groep en kon de actie vermijden.

FBI
De Amerikaanse president Barack Obama ziet ook heil in politie-interventies op sociaalnetwerksites. Dat blijkt uit een uitgelekt document (pdf) van het U.S. Department of Justice. Onder die mantel ressorteren onder meer de FBI en het Bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms and Explosives.

In het 33 pagina’s tellende document staat dat online undercoverwerk een handig middel kan zijn voor agenten om met verdachten te communiceren, toegang te krijgen tot niet-publieke informatie en sociale relaties in kaart te brengen.

Maar niet elke sociaalnetwerksite in de Verenigde Staten is even bereidwillig om mee te werken. Twitter bijvoorbeeld geeft enkel informatie vrij als er een legaal proces aan voorafgegaan is. Facebook werkt vaak mee bij noodoproepen.