Amerika beperkt opnieuw chipuitvoer naar China met forse restricties
Dankzij nieuwe exportrestricties zullen Amerikaanse bedrijven – en particulieren – geen chips meer mogen uitvoeren naar China. Die beslissing werd, net als alle voorgaande restricties op chipexport, genomen om de ontwikkeling van militaire technologie in China te vertragen. Gevreesd wordt namelijk dat de geavanceerde chips, die hier voor AI-technologie dienen, ook ingezet kunnen worden voor militaire doeleinden en surveillance.
Dat is natuurlijk slecht nieuws voor de grote chipproducenten, waaronder Nvidia, Intel en AMD. De nieuwe restricties lijken vooral Nvidia te impacteren, aangezien die het meeste apparatuur verkoopt die onder de nieuwe restricties. Voorgaande beperkingen wist de fabrikant te omzeilen door minder sterke GPU’s op de markt te brengen. China kreeg toen de minder sterke A100 en A800 toegeleverd, terwijl de rest van de wereld de sterkere H100 en H800 in zijn infrastructuur kon opnemen.
Daar komt nu ook een einde aan: de GPU’s die Nvidia ontwikkelde om de exportrestricties te omzeilen zullen binnenkort ook niet meer uitgevoerd worden.
Nieuwe rekenmethode
Dat heeft alles te maken met de nieuwe factoren die bepalen of GPU’s uitgevoerd mogen worden of niet. Voorheen ging het de Amerikaanse overheid vooral over de interconnect-bandbreedte: chips met een bandbreedte hoger dan 600 GB/s mochten niet verscheept worden. Als reactie ontwikkelde Nvidia de A-kaarten: die zijn nagenoeg identiek aan de H-varianten, maar bieden een lagere interconnect-bandbreedte.
De nieuwe rekenmethode gaat uit van de performantiedichtheid. Daardoor mogen “geïntegreerde circuits met een of meer digitale rekeneenheden met een totale rekenkracht van 4.800 of meer of een totale rekenkracht van 1.600 of meer én een dichtheid van 5,92 of meer” niet meer uitgevoerd worden. De restricties treffen dus vooral krachtige chips. Die cijfers zijn vrij makkelijk te berekenen: de hoeveelheid operaties (FLOPS) een GPU kan uitvoeren, wordt daarvoor vermenigvuldigd met het aantal bits per operatie. Dat cijfer vormt de totale rekenkracht. Om de performantiedichtheid te berekenen wordt de totale rekenkracht gedeeld door de oppervlakte van de chip.
Daardoor wordt het wel heel moeilijk om sterke chips naar China te sturen. Ook meerdere minder krachtige chips die aan elkaar gekoppeld kunnen worden, worden door de regels geviseerd. Daarvoor hanteert de Amerikaanse overheid nog een afzonderlijke set beperkingen.
Niet alleen datacenter-GPU’s
Tot nu toe hadden exportrestricties alleen invloed op de verkoop van datacenter-GPU’s. Dat lijkt nu te gaan veranderen. Consumenten-GPU’s mogen namelijk geen totale rekenkracht van 4.800 of hoger hebben, zegt nog een aparte regel. Dat is lastig: de GeForce RTX 4090 van Nvidia zit daar flink boven, waardoor de GPU niet meer verkocht mag worden in China. Nvidia lijkt er echter niet van wakker te liggen: “Door de wereldwijde vraag naar onze producten, verwachten we niet dat bijkomende restricties de financiele resultaten zullen aantasten”, zegt het merk.
Hoewel Nvidia verreweg het meeste AI-chips produceert, is het niet enkel Nvidia dat getroffen wordt. Ook AMD en Intel, die eveneens datacenter-apparatuur maken, zullen de gevolgen van de exportrestricties ondervinden. Consumenten-GPU’s van die twee merken mogen wel gewoon verkocht blijven worden.
In de cloud
Hoe Chinese bedrijven op de restricties reageren, daarvoor is het nog even uitkijken. De kans is groot dat ze nog snel, voor de beperkingen in werking treden, allerlei GPU’s proberen opslaan. Daarna zou een gigant als Alibaba zich kunnen toeleggen op de ontwikkeling van eigen chips.
Een andere, meer moderne optie, is om naar de cloud te trekken. Op die manier kan de rekenkracht als het ware gehuurd worden, zonder dat de apparatuur daarvoor in huis (of in het land) gehaald moet worden. De verwachting is wel dat Biden in de toekomst ook de toegang tot de cloud verspert, al kan dat nog enige tijd duren.
