Rechtszaak rond Apple Watch kostte al 100 miljoen dollar
Op 21 december haalde Apple meerdere modellen van de Apple Watch uit de Amerikaanse winkelrekken. Met die beweging wilde het bedrijf een beslissing van de International Trade Commission (ITC) voor zijn. Door een patentzaak zou dat orgaan op 26 december een verbod uitvaardigen op enkele slimme horloges van Apple. Inmiddels kunnen Amerikanen de smartwatches weer kopen, maar is de rechtszaak nog steeds niet afgehandeld.
Voor Masimo, het bedrijf waardoor Apple aangeklaagd wordt, is de zaak menens. Het bedrijf investeerde reeds 100 miljoen dollar in de rechtszaak. Masimo ontwikkelt medische toepassingen en ziet een van zijn producten opduiken in de horloges van Apple. Volgens het bedrijf zou de iPhone-fabrikant inzicht gekregen hebben in die technologie door een werknemer weg te kapen. Die werknemer zou vertrouwelijke informatie naar Apple gebracht hebben, waar die gebruikt werd om de saturatiemeter op de Apple Watch te ontwikkelen.
Eerder werd een rechtszaak tussen Apple en Masimo al nietig verklaard. Deze keer heeft het medische technologiebedrijf echter goede hoop om de zaak te winnen: in het verleden won het bedrijf een soortgelijke zaak tegen een start-up. Toch baart de zaak zorgen, vooral door het economische overwicht van Apple. Masimo-CEO Joe Kiani haalt in de Wall Street Journal aan dat Apple “ongelimiteerde middelen” heeft.
Licentieovereenkomst
Dat staat in tegenstelling tot Masimo: het bedrijf verdiende in 2022 ‘slechts’ 144 miljoen dollar volgens de Wall Street Journal. Dat het bedrijf daar nu al het leeuwendeel van in de rechtszaak investeerde, zou ervoor kunnen zorgen dat het geld eventueel opgeraakt. Hoeveel het bedrijf in 2023 verdiende is niet duidelijk. Vast staat wel dat Masimo flink wat geld krijgt van licentiedeals: fabrikanten betalen het bedrijf dan om de technologie in hun producten te mogen integreren. Indien de rechter beslist dat Apple inderdaad in fout is, zal het bedrijf ook zo’n licentie moeten afnemen.