Opinie: Waar blijft Androids iPhone SE?
We gaan terug naar het jaar 2016. Het is het jaar waarin Samsung met de toen toch al vrij prijzige Galaxy S7 op de proppen kwam, Huawei net begon met haar opmars met de Huawei P9 en de iPhone 6S voor velen al behoorlijk duur was (zeker zonder abonnement). Ook was er de nodige kritiek op Apple uit de hoek van trouwe Apple-gebruikers; de iPhone 6S (en al helemaal de Plus) zou te groot zijn. Steve Jobs zei immers nog jaren geleden dat ‘niemand een grote smartphone zou kopen’. Toch leek Apple te zwichten voor de alsmaar groter wordende Android-concurrentie.
Eerste iPhone SE
Voor velen kwam de kleine iPhone SE in 2016 uit het niets. Het was voor tal van Apple-fans een geschenk uit de hemel. Wat de SE zo speciaal maakte? De smartphone beschikte over dezelfde snelle chipset als die van de grote 6S, evenals een camera-upgrade, maar zat verpakt in een ontwerp waar Steve Jobs waarschijnlijk iets meer over te spreken was; de iPhone 5(S). En ook de prijs-kwaliteitsverhouding: voor minder dan 500 euro kocht je een premium iPhone die nog jaren van updates zou worden voorzien. Grote fabrikanten die gebruikmaakten van Android als Samsung, HTC (toen wel), Huawei en consorten stonden erbij en keken ernaar.
Fast forward naar 2020 en Apple heeft eenzelfde trucje geflikt, maar dan met de behuizing van de iPhone 8. Ook over deze telefoon zijn vele recensenten en consumenten te spreken, want met de inflatie in het achterhoofd gehouden is de nieuwe iPhone SE 2020 met een prijs van 489 euro ‘goedkoper’ dan de SE uit 2016 (ook 489 euro toen). In die vier jaar lijken Android-fabrikanten echter niets geleerd te hebben van Apple’s ontzettend slimme strategie.
Sleutels tot succes
Zoals gezegd zijn er twee belangrijke factoren die de iPhone SE tot een groot succes weten te maken; de (relatief kleine) vormfactor en de prijs. Laten we beginnen met het vergelijken van de vormfactor. Toegegeven, het design van de nieuwe SE is verre van modern, met de nogal flinke schermranden en het display zelf is ook niet je van het. Toch lijkt dit gebruikers niet heel erg te deren.
Aangezien fabrikanten tegenwoordig displays gebruiken met verschillende schermverhoudingen, nemen we de afmetingen in plaats van schermdiagonalen erbij. De iPhone SE 2020 kent afmetingen van 138,4 x 67,3 x 7,3 millimeter. Kijken we naar de kleinste Android-vlaggenschepen die recentelijk zijn onthuld, dan zien we vrijwel allemaal geen compact toestel. Zo kent de Galaxy S20 afmetingen van 151,7 x 69,1 x 7,9 millimeter. De Sony Xperia 5, het ‘kleine’ broertje van de Xperia 1 uit 2019, kent afmetingen van 158 x 68 x 8,2 millimeter. Zelfs als we de Huawei P30 meerekenen komen we uit op afmetingen van 149,1 x 71,4 x 7,6 millimeter.
Voor een enigszins serieuze concurrent met relatief kleine vormfactor moeten we alweer ruim één jaar terug in de tijd. We hebben het dan over de Samsung Galaxy S10e. De afmetingen bedragen 142,2 x 69,9 x 7,9 millimeter. Deze telefoon kent verder een voorkantvullend scherm, twee camera’s, en (voor velen belangrijk) een koptelefooningang. Op papier een prachtige concurrent voor de kleine iPhone van Apple, ware het niet dat de telefoon een adviesprijs kende van 749 euro. Zelfs nu de interne hardware en camerakwaliteiten minder zijn dan die van de iPhone SE 2020, kost het beestje nog altijd 550 euro op het moment van schrijven.
Sombere vooruitzichten
Ondanks dat de S10e een stuk duurder is dan de iPhone SE 2020, hadden we graag een Galaxy S20e gezien. Voor iedereen die houdt van een kleine high-end smartphone, en de voorkeur geeft aan Android, zien we het namelijk somber in. De afgelopen jaren zijn telefoons namelijk alleen maar groter geworden. Dankzij de ultralange displays van tegenwoordig is het gebruik van sommige Androids met één hand simpelweg onmogelijk. Uiteraard krijg je hier meer scherm voor terug, maar het zal ons niets verbazen als dat niet de enige reden is voor alsmaar groter wordende vlaggenschepen.
De laatste compacte high-end Android?
Wat er onder de motorkap zit is minstens zo belangrijk voor de grootte van de behuizing. Doordat vrijwel alle smartphonefabrikanten voor hun high-end toestellen aangewezen zijn op de chips van Qualcomm, is er sprake van een lichte monopolie. Met de introductie van de nieuwe Snapdragon 865 chipset verplicht Qualcomm afnemers van de chip ervan om een externe 5G-modem in te bouwen. Naast dat deze externe modem extra ruimte in beslag neemt, is de 5G-technologie een behoorlijke energieslurper. Vandaar dat de accucapaciteit ook al verhoogd moet worden. Het is dan ook niet vreemd dat de huidige Android-smartphones qua afmetingen niet meer te onderscheiden zijn van de ooit zo kolossaal lijkende Galaxy Note-serie.
Het meest schrijnende van dit alles? De enige fabrikant die nog een beetje gezien wordt als concurrent van Qualcomm in het Android-landschap is Samsung, dat in Europa haar toestellen voorziet van Exynos-chipsets. En laat dat nu net de fabrikant zijn die geen vervolg heeft gegeven aan haar succesvolle kleintje. Voeg daaraan toe dat er nog geen enkele andere fabrikant gebruikmaakt van high-end Exynos-chipsets, en het ziet ernaar uit dat de iPhone SE de aankomende tijd niets te duchten heeft uit de Android-hoek.