Geen fiber to the home in België
Fiber to the home, supersnel internet via glasvezelkabels die tot bij de eindgebruiker lopen, komt er voorlopig niet in ons land.
België loopt hopeloos achter wat de uitbouw van het glasvezelnetwerk betreft. Dat blijkt uit het halfjaarlijkse rapport (pdf) van de FTTH Council Europe dat deze week werd voorgesteld tijdens het World Broadband Forum in Parijs.
Wel in Nederland
Waar sinds juni van dit jaar al 211.500 Nederlandse gezinnen en kleine bedrijven kunnen genieten van een fiber to the home-verbinding (snelheden tot 200 Mbps), moet je in België al het geluk hebben om aan een proefproject te mogen deelnemen.
[related_article id=”158455″]
Uit cijfers van de FTTH Council Europe blijkt dat ongeveer 2.500 Belgische gezinnen en kleine bedrijven momenteel supersnel toegang tot het internet hebben via glasvezel. Vijfhonderd daarvan zijn firma’s uit het Brusselse die klant zijn bij de operator VOO.
Testprojecten Belgacom
Belgacom heeft bescheiden proefprojecten lopen in Rochefort, La Louvière en Sint-Truiden. Samen zijn ze goed voor zo’n duizend verbindingen. De overige duizend connecties zijn in handen van Scarlet en de zakelijke operator Colt. Telenet biedt nog geen echt FTTH aan.
Het is niet zo dat er helemaal geen glasvezelkabels in België liggen. Zowel het netwerk van Telenet als dat van Belgacom is er deels uit opgebouwd. Het verschil is echter de plaats in de keten waar de lichtpulsen worden omgezet naar elektrische signalen.
FTTN en FTTC
Dat kan in de verschillende wijkknooppunten (fiber to the node) of in de schakelkast in de straat (fiber to the curb). Het omgevormde signaal gaat dan via coax (Telenet) of het kopernetwerk (Belgacom) verder naar de klant.
Er zijn verschillende redenen waarom de providers afwachten om hun bestaande glasvezelnetwerk door te trekken tot aan de huizen van klanten. “Hoewel glasvezel als grondstof goedkoper is dan koper, ligt de totale kostprijs zo’n tien keer hoger dan die van DSL”, verduidelijkt Scott Alcott, netwerkverantwoordelijke bij Belgacom.
Installatiekosten
“De hardware die de lichtpulsen omzet in elektrische signalen is nog vrij duur, maar de grootste kosten schuilen in het opbreken van straten om de glasvezelkabels door te trekken”, vertelt Alcott. Een meter straat opbreken kost Belgacom ongeveer 300 euro.
Ook zijn niet veel klanten geneigd om een gat in hun keldermuur te laten boren om de kabel door te trekken. Bij nieuwbouwprojecten liggen de installatiekosten lager en ziet Alcott wel een mogelijkheid om FTTH-verbindingen te leggen in de nabije toekomst.
Een goedkopere oplossing is natuurlijk de kabel langs de muren van het huis omhoog leiden en hoger binnenhalen. Maar daar stuit Belgacom op de verschillende wetgevingen in ons land. Zo zou de Waalse overheid dit eerder toestaan dan de Vlaamse, ondervond Alcott bij de verschillende proefprojecten.
Regulering
En dan is er ook nog de regulering van de telecommarkt. “Stel dat Belgacom zwaar investeert in de uitbouw van het glasvezelnetwerk en [toezichthouder] BIPT verplicht ons dit open te stellen. Dan zou ons aandeel kelderen.”
Voorlopig houdt Belgacom het bij de uitbouw van zijn kopernetwerk. Dat moet volgens de topman, met de nodige technologische ontwikkelingen en verbetering van compressietechnieken voor HD-video, nog enkele jaren meekunnen.
Telenet
Bij Telenet horen we een gelijkaardig verhaal. “Dat er ooit een netwerk nodig zal zijn dat van eindcentrale tot eindgebruiker uit glasvezelkabels is opgebouwd, staat buiten kijf”, vertelt woordvoerder Stefan Coenjaerts. “Maar momenteel is dat nog niet aan de orde.
“We bieden met FiberNet reeds een formule aan die snelheden tot 100 Mbps mogelijk maakt. Bovendien kan dat met de geplande upgrade naar de Docsis 3.0-standaard opgeschroefd worden tot 220 Mbps down- en 5 Mbps upstream”, verduidelijkt Coenjaerts.
België is niet het enige land met een achterstand. Grootmachten als Groot-Brittannië, Duitsland en Spanje schitteren eveneens door afwezigheid in de rangschikking van de sectorraad FTTH Council Europe. Daarin worden de landen waar minstens één procent van de huishoudens voor FTTH kan intekenen opgesomd.
Oostblok doet het goed
Het aantal FTTH-verbindingen zit wereldwijd in de lift. In de eerste helft van 2010 steeg het aantal Europese gebruikers, Rusland meegerekend, met 22%. Vooral de voormalige Oostbloklanden zijn verantwoordelijk voor deze stijging.
In totaal surfen 4,5 miljoen Europeanen en Russen al via een supersnelle FTTH- of FTTB-verbinding (fiber to the building). Deze variant, waarbij de glasvezelkabel tot in een gebouw loopt en de aparte wooneenheden via aftakkingen bediend worden, wordt in het rapport voor het gemak ook als FTTH beschouwd.
Nieuwkomer Roemenië
De ranglijst van de Europese landen waar minstens 1% van de huishoudens voor een FTTH-verbinding kan intekenen, toont enkele verrassingen. Zo komt Roemenië binnen op de dertiende plaats met een penetratiegraad van 1,58 % en 120.000 gebruikers.
De grootste groeier is een ander voormalig Oostblokland. Bulgarije klimt van de zestiende naar de achtste plaats en voorziet nu 144.000 van de 4,97% van de Bulgaarse huishoudens die in aanmerking komen van een FTTH-verbinding.
Scandinavische sterkhouders
Litouwen blijft afgetekend op de eerste plaats staan. Bijna 21% van de Litouwse gezinnen kan genieten van de extra mogelijkheden die een FTTH-verbinding biedt. 284.400 gezinnen doen dat nu al. Ook de overige Scandinavische sterkhouders als Zweden en Noorwegen blijven het goed doen.
Jan Schindler, hoofd van het Market Intelligence Committee van de Europese FTTH Council, geeft meer uitleg: “In veel Oost-Europese landen werd het kopernetwerk voor de eerste generatie breedbandverbindingen slechts beperkt uitgerold. Daarom is de vraag naar breedband er nog zo groot.”