Chipindustrie investeert sterk in eigen productie
Ondanks alle bijhorende strubbelingen heeft de coronapandemie de chipindustrie geen windeieren gelegd. De problemen van de ontoereikende productie van de voorbije jaren lijken ook verleden tijd te worden. Dat blijkt uit cijfers van SEMI, de globale vereniging elektronicafabrikanten. Daaruit blijkt dat de wereldwijde uitgaves voor het aankopen van productiemiddelen voor de chipindustrie een nieuw hoogtepunt van 109 miljard dollar zullen bereiken. Dat ligt 20 procent hoger dan in 2021.
In 2018 bedroegen de investeringen nog maar 55 miljard dollar. Na het eerste jaar van de coronapandemie schoten de cijfers met maar liefst 42 procent in de lucht van 66 miljard in 2020 naar 91 miljard in 2021.
“De globale industrie rond halfgeleidermateriaal blijft onderweg om de kaap van 100 miljard dollar voor het eerst te ronden”, aldus voorzitter en CEO van SEMI Ajit Manocha. “Deze historische mijlpaal plaatst een uitroepteken op de huidige en ongezien groei van de industrie.”
Azië op kop
De investeringen lijken het grootst in Azië, met als koploper Taiwan, thuis van chipreus TSMC. Daar stijgen de investeringen met 52 procent naar een totaal van 34 miljard. Op de tweede plaats eindigt Zuid-Korea, met 25,5 miljard dollar. China kende echter vorig jaar een toppunt in zijn investeringen, en dit jaar valt er daar een daling op te merken van 7 procent. Ook volgend jaar wordt er verwacht dat de Aziatische markt nieuwe records vestigt.
Europa en het Midden-Oosten kennen ook een record aan uitgaves van 9,3 miljard dollar. Dit ligt aanzienlijk lager dan bij andere spelers, maar zou in de regio’s wel een ongeziene stijging van 176 procent inhouden.
In totaal zou dit jaar de wereldwijde productiecapaciteit van halfgeleiders met 8 procent groeien, wat hoger ligt dan de stijging van 7 procent vorig jaar. Voorlopig wordt er verwacht dat dit in 2023 een 6 procent zal bedragen.