Review: Aliens vs Predator
[related_article id=”160734″] Vooral multiplayerfun
Het origineel dateert al van tien jaar geleden, dus op dat vlak geen kritiek. Er gaat ook terecht veel aandacht naar het multiplayerluik in Aliens vd Predator. Dat was toen – in de begindagen van online gaming – een van de sterkste punten van de game en dat is het nu opnieuw.
Minder lof voor de drie campagnes, een voor elk speelbaar ras, die jammer genoeg ook deze keer te veel twijfelachtige momenten en daarmee de best aardige gameplay onderuit halen. Het maakt daarbij niet uit of je in de huid van een Marine, Alien, of Predator kruipt. De verschillen tussen de drie partijen zijn wel behoorlijk en de campagnes bieden in ieder geval de mogelijkheid om met elke partij vertrouwd te raken vooraleer je zelf in de multiplayermodi duikt.
Drie keer anders
De Marine laat zich als een traditionele eerstepersoonsshooter spelen en moet het hebben van vuurkracht en (graag ook) numeriek overwicht. Als Predator beschik je over geavanceerd wapentuig en de onmisbare eigenschap jezelf quasi onzichtbaar te maken. Aliens tenslotte, moeten vlakbij hun prooi zijn voor ze kunnen toeslaan, maar zijn instaat om zich razendsnel tegen elk oppervlak, inclusief het plafond, naar hun prooi te bewegen. Stuk voor stuk eigenschappen waar de multiplayervarianten geslaagd op inspelen, met donkere levels, dreigende bliepjes op de radar voor de marines, desoriënterende navigatie voor aliens en tactische wapenkeuzes voor Predators.
De beste multiplayergameplay haal je in Aliens vs Predator dus niet uit de standaard Deathmatch- of Capture the Flag-sessies, maar uit spelmodi die helemaal in het karakter rond de vaardigheden van de drie rassen zijn opgetrokken. En zoals het hoort, kom je er telkens wanneer je denkt het ideale ras of de perfecte tactiek te hebben gevonden, achter dat een andere speler daar weer een geslaagde counter voor heeft bedacht.