Uber en Grab krijgen 8 miljoen euro boete voor oneerlijke concurrentie
Ride-sharing diensten Uber en Grab hebben in Singapore een boete van acht miljoen euro gekregen voor het breken van de anti-concurrentiewetgeving. Het oordeel komt er nadat Grab in maart de Zuidoost Aziatische tak van Uber overnam en die daarna sloot.
De ‘Competition Commission of Singapore’ oordeelde na een maandenlang onderzoek dat de overeenkomst niet competitief is. Elk van de bedrijven moet zo’n vier miljoen euro ophoesten, maar de deal mag wel blijven bestaan.
Door de overname kreeg Grab plots een marktaandeel van zo’n 80 procent in handen, veel teveel volgens de CCCS, dat als advies geeft om contact met hen op te nemen indien het marktaandeel na een merger op meer dan 40% zou terechtkomen, of als de drie grootste bedrijven samen meer dan 70% marktaandeel bezitten.
Daarbovenop heeft Grab de prijzen van zijn service ook nog eens gevoelig omhoog getrokken met zo’n 10-15%. Deze twee factoren samen zorgen voor een serieuze vermindering van de concurrentiemogelijkheden in Singapore, ondanks de claim van Grab medeoprichter Hooi Ling Tan dat “er nog altijd veel concurrentie bestaat en het waarschijnlijk nooit zal eindigen”. Verder zei de CEO ook nog dat hij de concurrentie zelfs verwelkomd om bij te leren over alternatieve strategieën en operaties.
Het is nu aan Grab om een aantal wijzigingen te maken die het bedrijf terug in rechte lijn brengt met de wetgeving. Zo wil de CCCS bijvoorbeeld dat de prijzen worden hersteld naar hun oude niveau en wil het exclusieve contracten voor bestuurders zien verdwijnen.
