iPod-evangelie voor iPod-fetisjisten

 

Het vuur, het wiel en de iPod. Voor de auteur van The Cult of iPod kan de vermetele muziektrommel van Apple zich meten met de belangrijkste uitvindingen van de oermens. Hoeveel gekker kan het iPod-fanatisme nog worden?

Leander Kahney is een schrijver die grossiert in ‘iconolatrie’ oftewel het afgodisch vereren van beelden. Dat weten we sinds deze auteur eind 2004 de Cult of Mac van de persen liet rollen. Dit prachtig vormgegeven koffietafelboek toonde destijds al de ongekende ijver en het deraillerend enthousiasme van de schrijver ten aanzien van het bedrijf Apple. Wetende dat Kahney zijn brood verdient als medewerker van het aanzienlijke Wired News zou u van deze schrijver toch een gezonde journalistieke aanpak mogen verwachten. Maar nee, Kahney liet in zijn mateloze geestdrift ten aanzien van alles wat met Apple te maken heeft ouderwetse journalistieke kwaliteiten zoals distantie varen. Dat de journalistiek met de Cult of Mac maar matig gediend was, zal de rechtgeaarde Appleholics worst wezen. Ze koesteren immers de devote subcultuur van Apple als geen ander. Anders gezegd: Kahney kende zijn pappenheimers en wist ze uitstekend op hun wenken te bedienen.

Apologie en hagiografie
Natuurlijk kon een salonfähig boek over de succesvolle iPod niet uitblijven. Kahney kan een zeker gevoel voor commercie niet worden ontzegd. Niet toevallig valt de verschijning van The Cult of iPod samen met de viering van het vijfjarig bestaan van de iPod. In elk geval kunnen de Mac addicts alweer likkebaardend naar de boekhandel. Want ook de Cult of iPod wil in alles de voorbeeldige combinatie bieden van apologie en hagiografie. Wat mag de fervente incrowd van dit boek verwachten? Dat varieert. Over het algemeen kan de Cult worden getypeerd als een overijverige bijbelachtige verzameling van wetenswaardigheden tot en met de meest futiele wissewasjes. De actieradius van de schrijver reikt van gedegen informatiewinning tot aan overenthousiast iPod-snobisme. Al bij al best sympathiek, maar men verwacht meer van een medewerker van Wired.

Geen harde informatie
Kahney slaagt er in een aantal onthullende feiten over de ontstaansgeschiedenis van de iPod in de steigers te zetten, maar hij maakt zijn werk niet af. Een groot deel van de hardware-ontwikkeling werd geleverd door het onbekende bedrijfje PortalPlayer. Ook de software zou niet binnenshuis geschreven zijn, maar door een zeker bedrijfje Pixo. Dat hij deze beweringen niet kan staven, moet te maken hebben met de gereserveerde houding van het bedrijf Apple ten aanzien van de pers, maar dan nog.

Van een aantal andere beweringen die Kahney doet, is niet duidelijk aan wie ze toe te schrijven zijn. Dat de iPod zo luid is, komt doordat Steve Jobs halfdoof is? Of omdat Kahney dat graag gelooft? Wie zal het zeggen? Maar waarom onthoudt Kahney ons eigenlijk zijn argumentatie? De Cult of iPod is soms net iets te veel lover en soms veel te weinig stam. Voor wie evenwel genoegen neemt met bevallige twijgjes en fraai sprokkelhout, is er werkelijk geen smet aan de lucht.

Leander Kahney, The Cult of iPod, 150 pagina’s, Uitgeverij No Starch Press, ISBN 1593270666, €24,45.
Leander Kahney, The Cult of Mac, 268 pagina’s, No Starch Press, ISBN 1886411832, €37,55.

businessitprofessionalnieuws

Gerelateerde artikelen

Volg ons

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Gebruik je ecocheques bij Coolblue

Producten bekijken