Wettelijk kader voor retrofitting vanaf 1 juni in werking

Bij de ingreep wordt de aandrijflijn weggenomen en vervangen door batterijen en een elektrische motor. Verwacht wordt dat het nieuwe beleid plaats maakt voor heel wat jobs en gespecialiseerde retrofittingbedrijven.

Niet dat het voordien onmogelijk was om je auto te laten retrofitten: het was eigenlijk vooral lastig. Om met je auto op de baan te mogen diende je deze eerst in het buitenland te homologeren, om het voertuig daarna opnieuw naar België in te voeren. Met die kafkaëske situatie maakt het nieuwe KB komaf: voortaan is het mogelijk om de auto in België te laten homologeren. Door een Conformity-of-Production-audit (COP) aan te vragen kan de ombouwer aantonen dat de geëlektrifieerde wagen binnen de lijntjes kleurt. Een aanvraag zou tussen de 1.500 en 2.000 euro kosten.

Kanttekeningen

Bij de nieuwe wetgeving horen wel een aantal kanttekeningen. Zo zegt de wet dat alle voertuigen, met uitzondering van landbouwvoertuigen, een elektrische motor mogen krijgen. Daarbij hebben klanten geen vrije keuze: de motor moet aan enkele voorwaarden voldoen.

Voor wie een auto met een vermogen van 60 kW laat ombouwen is de wetgeving het mildst: daar mag het vermogen met maar liefst 20% toenemen, tot 72 kW. Wie een sterkere motor inwisselt voor een elektrisch exemplaar krijgt geen extra kilowatts. In die gevallen mag de motor een vermogen hebben tussen 65% en 100% van de originele verbrandingsmotor.

Verder geldt dat de afmetingen van de wagen onveranderd moeten blijven. Ook het gewicht, dat dankzij batterijen een pak hoger zal liggen, mag met slechts 10% per as stijgen. Die beperkingen zullen voor een groot deel het actievermogen van retrofitwagens vastleggen.