Google gaat Europese wetgeving voor factchecking niet volgen

Hoewel Google factchecking nooit eerder heeft geïntegreerd in zijn moderatiebeleid, investeerde het bedrijf wel in een Europese factchecking-database, voorafgaand aan de recente EU-verkiezingen. De nieuwe verplichting vloeit voort uit de Code of Practice on Disinformation van de Europese Commissie, die begon als een vrijblijvend kader, maar binnenkort verplicht wordt.
Kent Walker, Googles directeur voor wereldwijde zaken, verklaarde in de brief (waarvan Axios een kopie te zien kreeg) dat de integratie van factchecking “niet geschikt of effectief is voor onze diensten”. Hij prees de bestaande aanpak van Google, verwijzend naar de rol die het speelde tijdens de verkiezingscycli van vorig jaar.
Alternatieven op factchecking
In plaats van factchecking benadrukte Walker dat Google blijft investeren in moderatietechnologieën, zoals Synth ID voor watermerken en AI-disclosures op YouTube. Hij noemde ook een vorig jaar gelanceerde functie op YouTube, waarbij gebruikers contextuele notities kunnen toevoegen aan video’s. Deze aanpak lijkt op Community Notes van X (voorheen Twitter).
Wat doet de EU?
Het is nog onduidelijk hoe de Europese Unie zal reageren als de nieuwe wetten in werking treden. Google is niet de enige techgigant die weerstand biedt tegen factchecking-regelgeving. Meta heeft onlangs aangekondigd te stoppen met zijn factcheckingprogramma in de VS, terwijl X al eerder professionele factcheckers afbouwde.
Big Tech lijkt steeds meer moeite te hebben met een groeiende focus op feiten, terwijl de EU zich blijft inzetten om desinformatie te bestrijden. Factcheckers en media wereldwijd houden hun adem in. Deze koers zet alvast de toon voor de toekomstige relatie tussen grote technologiebedrijven en overheden wereldwijd.