Hoe werkt een zelfregulerende stad?
In 2050 leeft zeventig procent van de wereldbevolking in steden, zo voorspelt onder meer het Franse persbureau AFP. Momenteel is dat ongeveer de helft. De vlucht naar de steden houdt dus nog enkele decennia aan. Om te overleven moeten onze steden slimmer worden. Veel slimmer.
Zelfregulerende steden hebben we voorlopig nog niet. Met sommige burgemeesters zou men eraan twijfelen, maar het merendeel van de intelligentie die nodig is om een stad draaiende te houden moet worden geleverd door mensen. Toch zijn er een aantal technologieën onderweg of reeds beschikbaar die de werking van een stad verder kunnen automatiseren en een beter inzicht kunnen bieden in wat werkt.
Een doorgedreven digitalisering van overheid en bedrijven kan op milieuvlak al wonderen doen, met name een reductie van de CO²-uitstoot met 500 miljoen ton in 2020. Onze Kruispuntbank van Sociale Zekerheid is hiervan een uitstekend voorbeeld, naar verluidt goed voor een jaarlijkse besparing van 1,7 miljard euro. Maar er is meer.
Slimmere energienetwerk
De slimme energienetwerken of smart grids van de toekomst werken op drie principes: het energieverbruik moet beter geanticipeerd worden, de energiepieken moeten afgevlakt worden, en hernieuwbare energie moet beter geïntegreerd worden.
De eerste stap hiernaartoe zijn de slimme meters, maar een doorgedreven gebruik van sensors binnen het netwerk zelf zal nog beter inzicht verschaffen in de energiestromen en hoe u als consument kunt bijdragen aan een efficiënter energieverbruik. Het meest gekende voorbeeld hierbij is het gebruik van uit zonnepanelen gewonnen energie. Niet alleen voor het eigen verbruik maar ook om terug te geven aan het elektriciteitsnetwerk.
Je begrijpt dat hiervoor niet alleen een intelligent en betrouwbaar detectiesysteem nodig is, maar ook een factureringsmodule die met de diverse stromen rekening houdt. Maar alleen al een meer gedetailleerd inzicht in hun verbruik zal de meeste burgers al aanzetten tot een bewuster energieverbruik.
Slimmere gebouwen
Een derde van de in de wereld verbruikte energie, en maar liefst 72% van de elektriciteit, wordt – volgens de National Science and Technology Council in de VS – door gebouwen verbruikt. In 2025 zouden gebouwen al meer dan de helft van ’s werelds energie consumeren. Intelligentie in de gebouwen brengen die dit energieverbruik kan verlagen, is dus heus geen overbodige luxe.
Naast de slimme meters kan in een gebouw nog heel wat andere technologie worden ingebouwd die het energieverbruik drastisch kan terugschroeven: sensors en monitors die verbonden zijn aan airco, verlichting en beveiliging om deze systemen alleen te laten werken wanneer nodig.
Maar ook een beter gebruik van natuurlijke grondstoffen zoals licht en regen bijvoorbeeld, en zelfs een voorspelling van de beschikbaarheid hiervan op basis van weersvoorspellingen, kan zijn steentje bijdragen tot een beter milieu en lagere energiefactuur.
Slimmer transport
Een optimalisatie van het vervoer in de stad houdt uiteraard een betere integratie in van het eigen en het openbaar vervoer (grotere parkeerruimtes, om maar iets te noemen). Maar het houdt ook in dat de reiziger perfect weet welk toestel hij of zij moet nemen, en hoe laat, om tijdig op de bestemming te geraken.
Wanneer de reiziger met zijn smartphone vooraf zijn bestemming laat weten en per sms de beste route krijgt toegestuurd, weet het centraal systeem natuurlijk ook hoeveel reizigers op een bepaald moment van een bepaald voertuig gebruik zullen maken. Zo kan, wanneer het maximumaantal reizigers is bereikt, het systeem alternatieve routes beginnen voorstellen.
Slimmer leven
Regelmatig artsenbezoek of opnames in het ziekenhuis zullen in de grotere steden ook minder een evidentie vormen. Enerzijds omdat het aantal ziekenhuizen en medisch personeel niet even snel zal stijgen als het aantal inwoners in een stad, en omdat het transport naar de medische centra of naar de patiënt minder vlot dreigt te verlopen dan vandaag.
Maar anderzijds zal een continue monitoring van patiënten niet per se in een ziekenhuis of door regelmatige huisbezoeken dienen te gebeuren. Vele gekende ziekten kunnen nu al van op afstand worden opgevolgd. En in de toekomst zullen ingebouwde sensors in het lichaam ook kunnen waarschuwen wanneer een nieuwe ziekte de kop dreigt op te steken.
Slimmer ingrijpen
Hoe groter de stad, hoe groter de kans dat er zich noodsituaties voordoen. Brand, inbraken en andere misdaden, verkeersongelukken, alle vergen ze snelle en efficiënte ingrepen. Eén van de belangrijkste middelen om dit te bereiken, is een stadsbreed netwerk van informatie, waardoor bij incidenten meteen kan worden bekeken of dit een geïsoleerd incident is of door de hele stad is verspreid.
De informatie kan bovendien worden geanalyseerd en doorzocht op terugkerende patronen, waardoor sommige incidenten zelfs kunnen worden voorspeld en voorkomen. Voor de meeste steden is dit nog toekomstmuziek, maar bijvoorbeeld in de Amerikaanse stad Memphis is men ervan overtuigd dat het ontdekken van misdaadpatronen heeft geleid tot een verlaging van het aantal ernstige misdrijven met dertig procent.
Tot slot
Voor niets gaat de zon op. Maar de zon is wel een belangrijke bron van energie. Anders gezegd: om onze steden van vandaag om te vormen tot slimmere en zuiniger steden zal een bijzonder grote investering nodig zijn.
Volgens François Enaud, algemeen directeur van Steria, zal er tussen 2010 en 2020 maar liefst 108 miljard dollar worden besteed aan het slimmer en zuiniger maken van steden. Maar de investering loont de moeite, dat bewijzen volgens Enaud recente projecten: “In Abu Dhabi had men de luxe om een stad, Masdar City, van de grond op te bouwen: deze is van meet af aan CO2-neutraal.”
Enaud voorspelt dat er nog veel meer "instant cities’ zoals Masdar City in de komende jaren zullen worden gebouwd.