Waarom een vakantie zonder internet niet meer van deze tijd is
Er zijn mensen die het heerlijk vinden om een vakantie lang volledig onbereikbaar te zijn, maar de meeste vakantiegangers zijn inmiddels zo afhankelijk van een internetverbinding dat een vakantie helemaal in het water kan vallen als de apparaatjes geen verbinding krijgen.
Het grappige is dat het volledig ontbreken van een verbinding nog wel te overleven valt. Na een uurtje gefrustreerd zoeken naar signaal gaan de devices in een tas, en dan blijkt plots dat vakantie ook heel leuk kan zijn met een boek en een zwembad – net als 20 jaar geleden. Maar de meeste vakantieoorden hebben tegenwoordig wel wifi. Alleen werkt het te vaak voor geen meter. En dat is veel erger.
Belgen zijn nu eenmaal enigszins verwend. Er is bijna geen ander land in Europa waar zoveel mensen over zulke goede internetverbindingen kunnen beschikken: 99% ontvangt 30 Mbps of meer, meldt de Barometer van de Informatiemaatschappij 2017. 57% van de Belgen doet inmiddels aankopen via het internet. Volgens Sanoma had vorig al bijna 53% van de Belgen een smartphone. Onder jongeren (12-18 jaar) ligt dat zelfs op 92%. Een vakantie zonder die apparaten is nauwelijks meer denkbaar. Een vakantie mét die apparaten, maar met een beroerde verbinding, is zo mogelijk nog erger.
Het lijkt dan ook een uitkomst dat dit jaar in Europa de Belgische databundel ook in het buitenland gebruikt mag worden – maar als alle vakantiefoto’s, video’s en social media updates via 4G moeten, gaat het hard met die bundel. En ik weet niet wat uw ervaring is met 4G dekking buiten de Benelux, maar zoals we dat hier gewend zijn, kom ik het elders zelden tegen.
Voor veel vakantiegangers is Wifi dan ook een voorwaarde. Steeds meer reisorganisaties lijken dat te begrijpen: vrijwel iedere website voor campings, hotels en resorts vermeldt de beschikbaarheid van Wifi. Helaas blijkt uit de commentaren dat in de praktijk de beloften niet altijd worden nagekomen. Met name campings krijgen er op de recensie-sites van langs: instabiele verbindingen die regelmatig wegvallen of op cruciale plaatsen niet beschikbaar zijn, zorgen voor genadeloze commentaren en zelfs schadeclaims.
Toegegeven: internet beschikbaar maken voor beperkte gebieden waar voortdurend nieuwe mensen in en uit checken, zoals campings, hotels, attractieparken en resorts, is een stuk ingewikkelder dan even ergens een draadloos routertje ophangen. Maar voor de exploitanten van dit soort bestemmingen, of het nu een campingbaas is of een stadsbestuur, is het wel van belang te beseffen wat de gevolgen zijn. Een halfslachtige poging om mensen iets aan te bieden dat inmiddels geldt als een eerste levensbehoefte, is een slecht idee. Een keer een slechte pizza, vuile lakens of luidruchtige buren is vreselijk – maar een vakantie lang ergernis omdat je niet kunt vertrouwen op de verbinding die je was beloofd: dat is voor veel mensen eens, maar nooit weer.
Het is niet voor niets dat metropolen als Barcelona, Taipei, Hong Kong en Helsinki zich steeds meer profileren als connected cities. Of dat steden als Brussel en Parijs zo hun best doen zich als Smart City op de kaart te zetten. De lijst met ‘dingen die je doet met een smartphone’ wordt steeds groter. Juist op vakantie wil je de beschikking hebben over een routeplanner. Of het lokale weerbericht kunnen zien. Het nieuws volgen, social media gebruiken, reserveringen plaatsen, teksten vertalen, recensies lezen, attracties bezoeken, instanties benaderen, vervoer regelen, de alarminstallatie controleren, skypen met het thuisfront, spelletjes spelen en zelfs steeds vaker online betalen: naarmate we langer en verder van huis zijn neemt de behoefte aan een verbinding steeds verder toe. Vakantiebestemmingen die dat niet erkennen en niet kunnen faciliteren, mogen zich opmaken voor een nieuwe toeristische toekomst. Als openluchtmuseum.
Spencer Hinzen is EMEA Director Business Development bij Ruckus Wireless.