Twee jaar na de aanslag in Zaventem: mogen we ons nu veiliger voelen?
Niet zo erg veel veiliger, zo blijkt. Ten eerste zitten we nog steeds op terreurdreiging niveau 3, even hoog als voor de aanslagen. Dat betekent dat de gevaren volgens experts nog niet echt zijn afgenomen. Misschien is het echte gevaar zelfs hoger dan toen: enkele jaren geleden konden IS-terroristen die in het nauw werden gedreven, nog altijd richting Syrië vluchten. Nu het kalifaat voorgoed opgedoekt lijkt, hebben opgejaagde terroristen geen thuisbasis om naartoe te vluchten, en zouden ze wel eens sneller geneigd zijn om tot een wanhoopsdaad over te gaan.
En wat stellen wij daar tegenover? De beveiliging achter de identiteitscontroles op de luchthaven is wel degelijk verscherpt. Maar was er niet vooral meer controle en beveiliging nodig in de grote inkomhal van Brussels Airport, waar duizenden mensen op een relatief kleine oppervlakte samenscholen? Daar kan een terreuraanslag toch het grootste effect bereiken?
Eén van de grootste bezwaren tegen bijvoorbeeld een sterke beveiliging van de inkomhal met een groot aantal beveiligingscamera’s, is de inbreuk op de privacy. Gezichtsherkenning kan op termijn nochtans een krachtig wapen worden in de strijd tegen terreur, mensensmokkel en andere vormen van internationale misdaad. Maar zolang de privacy-bekommernissen een efficiënte bestrijding op dat niveau verhinderen, zullen we nog meer moeten inzetten op andere technologische oplossingen.
Big data die niet op de man spelen
Gelukkig staat de technologie intussen ook niet stil, en zijn er met name reuzenstappen gezet op het vlak van machine learning die ons in staat stellen om veel betere risico-analyses te maken. Voor een goede risico-analyse heb je twee zaken nodig: een grote hoeveelheid relevante en uiteenlopende data, en een sterke analytische motor die uit deze berg data patronen weet te distilleren en daar de juiste conclusies aan kan koppelen, en dit in een minimum van tijd. Die data lagen al een hele tijd op ons te wachten, gewoon in het publieke domein. Nu zie je her en der oplossingen opduiken die ook de analyses en de juiste inzichten voor hun rekening kunnen nemen.
Sommige oplossingen, zoals Unisys’ LineSight, gaan bovendien nog een stap verder. Om de eventuele bezwaren van privacy-voorvechters een stapje voor te blijven, wordt er ook werk gemaakt van het anonimiseren van de beschikbare data. Persoonsgegevens worden zorgvuldig weggewerkt, en wat we overhouden zijn patronen die al dan niet wijzen op mogelijke risico’s of afwijkend gedrag. Pas wanneer er vermoedens van misdrijf of terreur zijn, kan eventueel biometrie worden ingeschakeld om naar de aan deze patronen gelinkte personen op zoek te gaan.
Privacy versus veiligheid: een gevecht met spelregels van buitenaf
Intussen blijft het wachten op een mentaliteitswijziging bij de afweging van privacy tegenover het algemeen belang. De voorbije jaren is deze balans al enkele malen richting veiligheid verschoven. Denk maar aan de biometrische gegevens op de Europese paspoorten. Begin deze eeuw zou dit nog ondenkbaar geweest zijn.
Moet de privacy dan nog verder worden teruggedrongen? Dat bepalen we niet zelf, vrees ik. In een land zonder misdaad of terreur zal de schreeuw om privacy veel groter zijn dan in een land waar gezichtsherkenning tientallen of zelfs honderden of duizenden levens kan redden. Mijn hart zegt dus: hou die privacy maar goed strak. Maar op basis van mijn ervaring bereid ik me toch voor op het andere scenario.
Rudolf de Schipper is senior project manager bij Unisys.