Chrome laat webapps op eigen benen staan

Chrome 22 laat webapplicaties werken buiten de browser, zodat je niet eens internettoegang meer nodig hebt om ze te kunnen gebruiken.

De ontwikkeling van de Google-browser gaat nog altijd als een trein. Chrome is alweer aanbeland bij versienummer 22, waarin de zoekmachine een oud concept nieuw leven inblaast: websites die zich gedragen als volwaardige software, met de bijbehorende extra mogelijkheden.

Deze ‘verpakte apps’, zoals Google ze noemt, zijn gebouwd met dezelfde technieken als reguliere websites, zoals HTML5, CSS en JavaScript. Deze exemplaren lanceren echter niet vanaf het netwerk, maar vanaf de harde schijf en werken in hun eigen venster in plaats van de browser als uitvalbasis te moeten gebruiken.

[related_article id=”158901″]

“De gebruiker moet niet door hebben dat een app is gebouwt met hulp van webtechnologieën”, zegt Google-medewerker Erik Kay in een verklarende video.

Het idee van zelfstandige webapps is niet nieuw. Enkele jaren geleden werkte de Mozilla Foundation aan een soortgelijk project, Prism, maar besloot dit halverwege in de steek te laten. Mozilla heeft het concept van zelfstandige webapps echter niet laten varen. Het aanstaande open mobiele besturingssysteem Firefox OS is deels gebaseerd op dit principe.

Verpakte Chrome-apps werken standaard offline en dankzij enkele nieuwe programmeerinterfaces (API) kunnen deze superwebsites ook communiceren met Bluetooth, TCP/IP-netwerkprotocollen en usb.

Ook zou het mogelijk moeten worden voor de apps om directe toegang te krijgen tot bijvoorbeeld de webcam. Daarvoor moet een gebruiker wel eerst specifieke toestemmingen geven, om zo veiligheidsproblemen te voorkomen.

De nieuwe mogelijkheden zijn uiteraard ontwikkeld met Chrome OS in het achterhoofd, het Google-besturingssysteem dat geheel in de cloud draait. Daardoor zou het zich meer kunnen gedragen als een OS waar gebruikers gewend aan zijn. Nu moeten alle gestarte apps nog draaien binnen een browservenster.