Apple staat terecht voor onterechte arrestatie via gezichtsherkenning

Winkeldiefstal blijft een groot probleem voor alle bedrijven die fysieke winkels hebben. Zo ook voor Apple, dat door middel van gezichtsherkenning een dader wist te achterhalen. Achteraf blijkt echter dat de gezichtsherkenning het niet bij het juiste eind had. Helaas werd dat pas duidelijk nadat de dader al was opgepakt voor diefstallen in meerdere Apple-winkels. De achttienjarige man, Ousmane Bah, heeft naar aanleiding van de arrestatie een rechtszaak gestart tegen Apple. In de zaak eist Bah een billijke vergoeding van 1 miljard dollar, ter compensatie van de stress en de valse beschuldiging.

Diefstallen in vier staten

Ousmane Bah werd in vier staten verdacht van het plegen van diefstal in Apple-winkels. Op deze diefstallen volgde ook een arrestatie op 29 november 2018. Deze arrestatie was gelinkt aan de diefstallen in Boston, Delaware, New Jersey en Manhattan. In de winkels identificeerde de echte dader zich als Bah, door middel van een gestolen identiteitskaart. Op deze kaart stonden gegevens van de aanklager. Omdat er op de identiteitskaart geen foto aanwezig was, heeft het gezichtsherkenningssysteem mogelijk een onterechte match gemaakt tussen Bah en de echte dader.

Pas bij een nadere inspectie van de beelden, bleek dat Ousmane Bah niet lijkt op de dader die in de winkels rondloopt. Daarnaast zou Bah voor de diefstal in Boston een alibi hebben: ten tijde van de diefstal zou hij aanwezig zijn geweest bij een schoolfeest. Vanwege de conclusie van de detective hebben drie staten laten weten Ousmane niet langer als een dader te zien. In New Jersey wordt er nog nader onderzoek verricht naar Bah. Toch heeft de beschuldigde al een rechtszaak tegen Apple opgestart. Daarbij vraagt hij om één miljard dollar, omgerekend ongeveer 880,77 miljoen euro.

Gezichtsherkenning in winkels?

Er wordt wel op meer plekken gebruikgemaakt van gezichtsherkenning, bijvoorbeeld op publieke locaties waar veiligheid extra belangrijk is. Toch blijft het een verrassing dat Apple aan de haal gaat met gezichtsherkenning in zijn winkels. Dat geldt ook voor het winkelende publiek, dat daar vaak niet van op de hoogte is. In de gevallen met zulke technologieën zijn fouten nog pijnlijker. In hoeverre Apple de gegevens van de gezichtsherkenning gebruikt, is vooralsnog onbekend. Met privacy in het achterhoofd is het in elk geval een moeilijk vraagstuk. In hoeverre de techniek mee zal wegen in het besluit van de rechter valt nog maar te bezien: de zaak valt onder de Amerikaanse, en dus minder strenge, privacywetgeving.