Microsoft rolt finale versie Windows Server 2016 uit
Microsoft stelt sinds gisteren de RTM-versie van Windows Server 2016 en van System Center 2016 ter beschikking voor bedrijven. De software is via drie wegen te verkrijgen: het MSDN-platform, Microsoft Azure, of met het Volume Licensing Service Center.
Variatie
Microsoft heeft verschillende versies ontwikkeld van Windows Server 2016. Standard en Essentials zijn algemene edities, terwijl Datacenter, Storage Server, Hyper-V Server en Multipoint Premium Server meer toegespitst zijn op specifieke hardware en sectoren. Zo is MPS enkel beschikbaar voor academisch gebruik. Windows Server 2016 Standard en Datacenter zullen per kern gelicenseerd worden, voor de andere versies deelt men licenties uit per processor. Meer informatie over de verschillen tussen de versies vind je hier.[related_article id=”164935″]
De ene installatie is de andere niet
Het besturingssysteem komt met drie installatie-opties: de “server with desktop experience” voorziet toegang tot de volledige Windows client, “server core” is het standaard-alternatief dat bijna alle functies beschikbaar maakt maar zonder de client, en “nano server” is een lichte installatie die afgestemd is voor het draaien van cloudapplicaties. Naast de beschikbaarheid van bepaalde functies heeft het type installatie ook invloed op het updateregime voor het besturingssysteem. Het updaten van nano server zal via de Current Branch for Business (CBB) verlopen, terwijl de twee andere alternatieven op de Long Term Servicing Branch (LTSB) zitten.