Europese Unie steekt 8,1 miljard euro extra in chipproductie
De Europese Unie zet in op chipproductie. De redenering daarachter? Momenteel wordt het leeuwendeel van alle chips geproduceerd door Aziatische landen. Niet alleen de EU, maar ook de VS, probeert de afhankelijkheid van die landen te beperken en wil daarom een deel van die productie in huis halen. Het uiteindelijke doel is om tegen 2030 een vijfde van de wereldwijde chipproductie binnen de Europese grenzen te hebben.
Om ervoor te zorgen dat dat lukt, schrijft de Europese Unie nu subsidies uit voor chipproductie in Europa. 68 verschillende projecten, die verspreid zitten over veertien Europese landen, hebben daar baat bij. De landen die de subsidies in ontvangst mogen nemen zijn:
- Duitsland
- Finland
- Frankrijk
- Griekenland
- Ierland
- Italië
- Malta
- Nederland
- Oostenrijk
- Polen
- Roemenië
- Slovakije
- Spanje
- Tsjechië
Ook de rest van de Europese Unie heeft echter baat bij de subsidies, die uitgeschreven worden in het kader van het IPCEI-programma. De afkorting staat voor ‘Important Project of Common European Interest’.
Met 8,1 miljard euro bouw je echter geen chipfabriek. Zowel TSMC als Intel investeren steevast meer – gaande van 10 tot 17 miljoen dollar – om een fabriek op te starten. In het kader van de Chips Act investeerde de Europese Unie eerder al 3,3 miljard euro in de sector. Aanvankelijk was het de bedoeling om maar liefst 43 miljard euro in de sector te pompen. Dat is verre van gelukt. Het geld van de IPCEI-subsidies rijdt dat gat slechts een beetje dicht.
