Datacenter-GPU’s van Intel krijgen tragere upgradecyclus

Het gaat niet zo goed met de verkoop van grafische kaarten. De afgelopen weken raakte bekend dat de kaartverkoop de afgelopen twee jaar in elkaar is gestuikt. Over de hele lijn verkochten fabrikanten minder grafische kaarten voor gebruik in desktopcomputers en laptops. Ook datacenters blijken minder nood te hebben aan nieuwe grafische kaarten dan gedacht. Die daling raakt Intel, als nieuwe speler op de GPU-markt, extra hard.

Nieuwe strategie bij Intel

Concurrent AMD maakte eerder al bekend dat het minder producten zou gaan leveren. Op die manier hoopt de processorfabrikant een prijsdaling te voorkomen. De logica luidt dat het aanbod mee moet krimpen met de vraag om niet teveel in de eigen bottom line te snoeien.

Intel zal een soortgelijke strategie gaan toepassen, maar brengt niet meteen minder producten op de markt. In plaats daarvan geeft het bedrijf zijn updatestrategie opnieuw vorm en houdt het op een andere manier producten achter de hand. Intel zal gaan werken met een tweejaarlijkse upgradecyclus, naar eigen zeggen om klanten de kans te geven een ecosysteem uit te bouwen. Dat heeft een aantal flinke gevolgen.

Een van die gevolgen is dat de volgende generatie van GPU’s gewoonweg geannuleerd wordt. Rialto Bridge, een architectuur die ‘stapsgewijze verbeteringen’ op de huidige Ponto Vecchio-GPU’s moest bieden, zal er dus uiteindelijk niet komen. De eerste verbetering die we van Intel mogen verwachten komt pas in 2025 – tenminste, als Intel deze keer zijn roadmap wel weet aan te houden.

Falcon Shores

In 2025 wil Intel de wereld kennis doen maken met de nieuwe Falcon Shores-architectuur. Die nieuwe GPU’s zullen gebaseerd zijn op chiplets: kleine processor-onderdelen die met elkaar gecombineerd kunnen worden. Nieuw daarbij is dat er op de GPU’s ook plek is voor een aantal CPU-cores – daardoor wordt de GPU in feite een SoC, al wordt de volgorde van de systemen omgedraaid. In een reguliere SoC is het meeste rekenkracht doorgaans voor het CPU-gedeelte.

Inmiddels blijven Nvidia en AMD, oudgedienden in de industrie, verder innoveren. AMD kondigde begin dit jaar de Instinct MI300 aan, een datacenter-GPU waar óók CPU-kernen in zitten. Ook bij Nvidia is het besef doorgedrongen dat die geïntegreerde CPU-kernen de toekomst zijn. In zijn eigen Grace-chip verwerkt Nvidia ook CPU- en GPU-kernen. Op die manier kunnen de verschillende onderdelen sneller met elkaar communiceren en worden datacenters efficiënter.

Too little, too late?

Intel komt dus grotendeels te laat met Falcon Shores, zeker nu de hardware een jaar uitgesteld wordt. Bovendien lijkt Intel niet zeker om meteen bij de release CPU-kernen in de grafische kaart te kunnen integreren – ‘over time’ zou zoiets wel mogelijk worden.

Binnendringen op een markt die al door twee spelers gedomineerd wordt is geen eitje. Momenteel komen de betere datacenterchips uit het kamp van AMD en Nvidia. Of Falcon Shores het speelveld verschuift zal in 2025 nog moeten blijken, al is de kans groot dat ook AMD en Nvidia tegen die tijd met nieuwe technologie op de proppen komen.