Automatische Windows 8-backups

Windows 8 bevat een zeer slimme ingebouwde back-upfunctionaliteit genaamd Bestandsgeschiedenis, ofwel File History.

Dit programma zorgt er niet alleen voor dat er volledig automatisch back-ups van al uje documenten, foto’s en andere belangrijke bestanden wordt gemaakt, maar bied je ook de mogelijkheid om een oudere versie van bestand terug te halen.

Bestandsgeschiedenis instellen gaat via het Windows-configuratiescherm. Voer op het startscherm Configuratiescherm in en je kan het scherm openen.

[related_article id=”160534″]

In het configuratiescherm kies je voor Bestandsgeschiedenis gebruiken om back-ups van uw bestanden te maken onder Systeem en beveiliging. In het nu volgende scherm kan je bestandsgeschiedenis inschakelen, maar slimmer is het om eerst via het menu aan de linkerkant de instellingen goed te zetten.

Bij Station selecteren kan je kiezen naar welke schijf Bestandsgeschiedenis back-ups moet maken.

Je kan bijvoorbeeld een extern aangesloten usb-harde schijf kiezen, maar je kan via Netwerklocatie toevoegen ook een schijf op je thuisnetwerk selecteren. Hebt u een NAS-apparaat, dan is Bestandsgeschiedenis daar zeer geschikt voor; je back-ups worden dan veilig op de netwerkschijf geplaatst!

Onder de optie Mappen uitsluiten kan je aangeven welke mappen door Bestandsgeschiedenis niet geback-upt hoeven worden.

Standaard worden al je bibliotheken geback-upt. Dat betekent: documenten, muziek, foto’s en video’s.

Daarnaast maakt Bestandsgeschiedenis standaard een back-up van de bestanden op je desktop, van je contacten, van je Internet Explorer-favorieten en van de bestanden in uw SkyDrive-map. Wil je één van de bibliotheken niet back-uppen of één van de onderliggende mappen overslaan, dan kan dat.

Geavanceerd

Onder Geavanceerde instellingen kan je extra instellingen doen. Bij de eerste optie kan je aangeven hoe vaak Windows nieuwe of aangepaste bestanden moet kopiëren.

De standaard instelling van eens per uur zal voor de meesten prima zijn. De hoeveelheid data die dan telkens gekopieerd hoeft te worden is dan redelijk beperkt.

Bij de optie Grootte van offline cache kan je aangeven hoeveel procent van de gekozen schijf voor Bestandsgeschiedenis gebruikt mag worden. Heb je een externe schijf die je exclusief voor Bestandsgeschiedenis wil gebruiken, dan kan je 100% kiezen.

De standaard instelling is echter 5%. Ten slotte kan je nog aangeven hoe lang Windows oude versies van bestanden moet onthouden. De standaard instelling is Voor altijd, wat betekent dat Windows oude versies zo lang bewaart als er nog beschikbare ruimte is op de back-upschijf.

Oude bestanden terugvinden

heb je de instellingen goed gezet, dan kan je Bestandsgeschiedenis op het hoofdscherm inschakelen. De eerste keer zal Windows 8 wel even bezig zijn om al je bestanden voor de eerste keer te kopiëren. Is de eerste back-up gelukt, dan heb je er vanaf dan eigenlijk geen last meer van.

Is Bestandsgeschiedenis actief, dan kan je in de Windows Explorer gebruik maken van het Geschiedenis-knopje, dat er uit ziet als een mapje met een klokje erbij.

Als je daar op klikt, krijg je een scherm waar je in tijd voor- en achteruit kunt klikken om oudere versies van bestanden te vinden. Op die manier vind je eenvoudig het origineel van die bewerkte foto bijvoorbeeld terug.

Bestandsgeschiedenis is ideaal omdat je jezelf geen zorgen meer hoeft te maken over back-ups, zeker als je gebruik maakt van een netwerkschijf.

Windows zorgt er dan voor dat van al uw belangrijke bestanden minimaal één goede back-up is. De gebruiksvriendelijkheid van het terugvinden van oude versies van bestanden is ook ideaal.

Toch heeft Bestandsgeschiedenis ook z’n beperkingen: het is geen zogenaamde full-system back-up. Ofwel: als je je pc helemaal in de soep helpt, kan je hem dankzij Bestandsgeschiedenis niet met een paar klikken herstellen naar hoe deze ooit was.