The World is Flat
In de Amerikaanse staat Kentucky bevindt zich een drive-in wegrestaurant. Niks bijzonders, ware het niet dat, als u vanuit uw auto de bestelling doorgeeft, u eigenlijk converseert met een operator in India.
Deze man of vrouw, grondig opgeleid in het plaatselijke ‘Kentucky-dialect’, neemt duizenden kilometers verder uw bestelling van pakweg twee hamburgermenu’s en een cola op. Als klanten enkele minuten later hun menu van de ‘echte’ werknemer ontvangen en wegrijden, beseft niemand dat het hier om een vrij extreme vorm van outsourcing gaat.
Het Kentucky-voorbeeld is een van de vele uit ‘The World is Flat’ van Thomas Friedman. Het boek bulkt van de voorbeelden die moeten aantonen dat de wereld in alle opzichten vlakker is geworden.
Het gaat over leuke anekdotes, maar ook over IBM dat 15.000 Amerikanen aan de deur zet om in de plaats daarvan 15.000 Indiërs aan te trekken. Ook over Europese bedrijven die bijvoorbeeld hun softwareontwikkeling steeds vaker naar Azië uitbesteden. De auteur schetst een nieuwe wereld waarin professionals uit alle windstreken met elkaar samenwerken of wedijveren alsof hun kantoren vlak naast elkaar liggen.
Ook voor onderwerpen als security, business continuity en storage, merken we keer op keer dat de aarde een beetje vlakker wordt. Als een bank als Dexia zijn, vanuit Brussel beheerde datacenters, vandaag in Luxemburg consolideert, zie ik niet in waarom dat binnenkort niet vanuit India zou kunnen gebeuren. Ook in de storagewereld is bijvoorbeeld online backup een van de domeinen waar veel aandacht naartoe gaat. En die backup kan vandaag van overal ter wereld gebeuren.
Toch is de wereld vandaag een stuk minder plat dan dat Friedman ons in zijn 624 pagina’s tellend boek wil doen geloven. De economische wereld is nog lang niet uitgegroeid tot één grote eenheid.
De toenemende globalisering wordt vooral als gevaar voor lokale jobs aanzien. Maar ook voor de werkgelegenheid is de aarde nog verre van plat. Slechts een minderheid van alle dienstenjobs blijken zomaar verhandelbaar naar het buitenland.
Voor bijvoorbeeld softwareontwikkeling en call centers is dit misschien het geval. Terwijl voor managementtaken met veel persoonlijk contact, dit al veel minder voor de hand ligt. Persoonlijk denk ik dus niet dat de Europese of Amerikaanse IT-sector in zijn geheel zware concurrentie zal ondervinden van de lageloonlanden als India.
Het ‘Institute of international economics’ in Washington deed onlangs trouwens de oefening. Sinds 1999 werden er in de VS zowat 125.000 jobs in de IT-sector verplaatst naar lageloonlanden. Maar over dezelfde periode kwamen er wel ruim 400.000 jobs bij in deze sector, en hierbij ging het dan om jobs met een hogere scholingsgraad en een hoger loonniveau dan dat er verloren gingen.
Vergelijkbaar Europees onderzoek blijkt onbestaande, maar waarschijnlijk ligt de conclusie in dezelfde lijn. Of de aarde nu plat is of niet, ik zou de gevolgen ervan toch maar niet dramatiseren.
